$8
13
B. MARKTWEZEN.
Op 31 December waren werkzaam: 1 marktmeester, 1 adjunct- Personeel,
marktmeester en 1 marktgaarder, terwijl, evenals in vorige
jaren, over de diensten van 2 agenten van politie gedurende het
verslagjaar geheel moest worden beschikt.
Evenals het vorige jaar kon ook gedurende het verslagjaar Algemeene
aan alle aanvragen om een standplaats op de algemeene markt Markt,
worden voldaan.
Van de ’s-Gravenzandelaan is door de kooplieden gedurende
het verslagjaar eenigszins meer gebruik gemaakt dan in vorige
jaren. Nog steeds worden de standplaatsen aldaar over het
algemeen ingenomen door hen, die handelen in oud roest, tweede-
handsche meubelen enz. en in hoofdzaak nog gedurende de
zomermaanden, wanneer geen ruimte meer op de Prinsegraeht
beschikbaar is voor het uitstallen van dergelijke artikelen.
Klachten omtrent den geringen omzet der artikelen, o.m. als
gevolg van de werkeloosheid, werden gedurende het verslagjaar
wederom van de zijde der kooplieden vernomen.
Het sedert 1 Juli 1926 ingevoerde monopolie voor de kramen -
verhuur heeft ook gedurende het verslagjaar bevredigend ge
werkt.
Op de door de Raadsleden J. J. van Langen c.s. ingediende
motie, luidende:
„De Raad,
„van oordeel, dat zij, die gestraft worden in verband met de
„uitvoering van de verordening op de markten, beroep
„behooren te hebben op een beslissende instantie, noodigt
„Burgemeester en Wethouders uit, voor dit beroep een rege
ling te ontwerpen.”
werd den len Mei 1931 (Bijlage 283) door Burgemeester en Wet
houders praeadvies uitgebracht. Daarin werd voorgesteld te
bepalen, dat door hen geen beslissing zal worden genomen:
a. om een vergunning als strafmaatregel voor een bepaalden
tijd dan wel voorgoed in te trekken;
b. wanneer zij in hooger beroep moeten oordeelen over een
door den Directeur of den Marktmeester krachtens artikel 4
der „Marktverordening 1917” getroffen strafmaatregel, dan
nadat zij het advies hebben ingewonnen van de Commissie van
Bijstand voor het Haven- en Marktwezen en het Levensmid
delenvraagstuk.
De Raad vereenigde zich den 15den Juni 1931 met dit prae
advies, nadat op voorstel van de Raadsleden J. K. W. F. van
Bommel c.s. bedoelde verordening nog met enkele bepalingen
met betrekking tot deze aangelegenheid was aangevuld.
VERSLAG GEM. DIENST VAN HAVEN- EN MARKTWEZEN.