33
1
waarvan
aan Gemeentepersoneel:
f
aan Personeel in dienst van de Provincie
f
300
1
f
Totaal
f
f 22,917,-
130
1537
524
van f'
101
251,—
van a
b
c
d
Meer
Minder
f 22.917,—
29
238
338
JJ03
908
2 849
860
2 921
20
114
382
17
533
28
249
1097
33
1407
895,05
10.615,—
53.848,—
5.725
71.083,05
In 1930 werden verstrekt aan:
a. Gemeentepersoneel
b. Rijkspersoneel
c. Personeel in dienst van de Provincie
d. Particulieren
f 50,—
100,-
250,—
500,—
1.405,—
21.155,—
63.036,—
127.260,—
f 212.856,—
f 486.855,05
aan Rijkspersoneel:
leeningen tot en met
51,t./m.
f 225.533,—
69.364,—
198.567,50
f 493.464,50
1.719,05
300,—
14,288,50
f 16.307,55
9
1
48
58
f 50,—
van f 51,t./m. 100,
101,- 250,—
251,— 500,—
f 50,—
t./m.
leeningen tot en met
van f 51,
101,-
251,—
Totaal
zoodat er een verschil valt aan te wijzen in:
aantal
meer minder
dan in 1930.
130
aan Particulieren:
leeningen tot en met
100,—
250,-
500,—
Aangevraagd werden 3 093 leeningen, waarvan er 2 849 Andere geld-
werden ingewilligd tot een bedrag van f 486.855,05, gesplitst leeningen.
als volgt:
f 1.330,—
22.348,—
166.276,—
12.662,—
f 202.616,—
VERSLAG DER GEMEENTEBANK VAN LEENING.
99
minder
meer
99
99
99
99
99
99
99
99
bedrag
dan in 1930.
Aantal.
99
99
99
f
99
99
99
99
Bedrag.