34
18
19
19
8
8
8
948
3466
1186
1262
Overbrengen
1990
146
5
32
21
71
59
355
363
6
62
146
142
49
588
23
4
10
23
55
55
487
76
14
3
1
555
20
19
10
1
5
5
26
32
19
10
1
5
4
26
30
487
76
14
3
1
485
17
56
70
33
4
Mannen.
Jongste bedienden
Typisten
Filiaalhouders
Kruideniersbedienden
Magazijnmeesters
Reizigers
Winkelbedienden
Winkelchefs
Boden
Incasseerders
Boekhouders
Correspondenten
Leeraren Ambachtsschool
Kantoorbedienden
Teekenaars (bouwk.)
(decoratie)
(electro-techn.)
Handels- en Kantoorpersoneel. Deze afdeeling kon in 1931
niettegenstaande de malaise haar plaatsingscijfer handhaven. Zij
bemiddelde 688 mannen en 608 vrouwen. Bovendien werden 218
personen als verkiezingsboden en collectanten geplaatst, welke
om het bijzonder karakter (plaatsing eenmaal in een bepaalde
periode) niet in deze totalen zijn opgenomen. Hoewel de afdee
ling bij de werkgevers nog niet algemeen is ingevoerd, wijst dit
toch, vooral in dezen tijd, op een zekere mate van vastheid.
Er heerscht nl. onder het handels- en kantoorpersoneel nog
een zeer groote werkloosheid. Het aantal aanbiedingen steeg nl.
van rond 3800 in 1930 tot ruim 5700 in 1931. Bij de ingewonnen
informaties bleek als reden van het ontslag als regel „bezuini
ging, inkrimping personeel, stilstand in zaken” opgegeven te
worden.
De toestanden voor het kantoorpersoneel zijn wel bijzonder
ongunstig. Men schijnt nl. bezuiniging het eerst bij de admini
stratie toe te passen. Werden in 1930 nog voornamelijk oudere
krachten, dus menschen met de grootste salarissen uitgestooten,
in 1931 viel waar te nemen, dat ook de voor hun taak berekende
jongeren werden ontslagen.
STAAT VII.
Handels- en Kantoorpersoneel.
VERSLAG VAN DE GEMEENTELIJKE ARBEIDSBEURS.
BEROEPEN.
Aan
vragen.
Voldane
aanvragen.
Plaat
singen.
Aan
biedingen.