17 Diphtherie Immunisatie met: Hieronder zijn begrepen inentingen, verricht op eenige scholen, waar roodvonk of diphtherie meer dan gewoon voor kwam. de ziekte nog gedurende de enting, 1 na zes maanden, 3 na een half jaar tot één jaar, 4 na één tot twee jaar, 3 na twee tot drie jaar, 6 na drie jaar, 1 na vier jaar na de enting. In het algemeen waren de roodvonkgevallen van zeer lichten aard. Het aantal diphtheriegevallen is tegenover de beide laatste Diphtherie. jaren aanmerkelijk gestegen en de indruk werd verkregen, dat een grooter aantal meer ernstige gevallen voorkwam. De morta liteit bedroeg 6,4 Het aantal diphtheriegevallen was eigenlijk het geheele jaar door hooger dan in 1930, maar vooral in Novem ber en December nam het aantal belangrijk toe en werd ook de sterfte aanmerkelijk hooger. Onder de 234 patiënten waren er 3, die voor de tweede maal de ziekte doormaakten, terwijl twee gevallen als return cases aangemerkt moeten worden. Negen kinderen waren te voren ingeënt; één werd ziek nog gedurende de enting, één na 2 maanden, één na ruim 1 jaar, 4 na ruim 2 jaar, één na 3 jaar en één na 4 jaar na de enting. In verband met de sterke afname van het roodvonk, was het Immunisaties. aantal inentingen veel geringer. Door onzen dienst werden in 1931 de volgende inentingen verricht: Roodvonk en Diphtherie Diro-immunisatie. Totaal 18 personen. Totaal 104 personen. Totaal Anatoxine: volledig alleen le maal le en 2e maal 3e maal Diro II II en III III III en IV IV T. A. U. Anatoxine 190 personen. Totaal 86 personen. 18 personen. 86 T. A. U.: volledig 3 maal. 17 personen alleen le maal 1 persoon VERSLAG VAN DENGEM. GENEESKUNDIGEN EN GEZONDHEIDSDIENST. 38 Volledig (3 maal)105 personen. Alleen le maal Diro II15 le en 2e maal II en III 17 2e maal III17 2e en 3e maal III en IV 2 3e maal IV34 70 personen 10 4 2

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1931 | | pagina 933