40
4
Emigratie.
Bestrijding der
werkloosheid.
Werkverschaf
fing.
werd aan het Rijk gedeclareerd f 42.623,59, ten aanzien van het
onder b genoemde bedrag van f 733.563,30: f 19.864,34. Bij het
afdrukken van dit verslag was een definitieve subsidietoeken
ning nog niet gevolgd.
In 493 gevallen betaalde de Gemeente ten behoeve van in
ondersteuning opgenomen of in werkverschaffing geplaatste
werkloozen de kosten van rjjwielbelasting. Ten aanzien van deze
kosten ad f 1.232,50, werd aan het Rijk gedeclareerd een bijdrage
van f 308,12; bij het afdrukken van dit verslag was een defini
tieve subsidietoekenning nog niet gevolgd.
In het jaar 1931 had werkverschaffing plaats voor geschoolde
arbeiders in eigen vak, vermeld onder 1, en voor werkloozen
uit andere vakken dan die van het verschafte werk, vermeld
onder 2 t./m. 8 van het op bladz. 10 opgenomen overzicht. De
kosten van deze werkverschaffingen kwamen geheel voor reke
ning der Gemeente, behoudens dat die van de werkverschaffing
in Overijssel en Drente opgenomen onder 5 van genoemd over
zicht door Rijk en Gemeente werden betaald. Het Gemeen
telijk aandeel in de kosten van laatstbedoelde werkverschaffing
over 1931 bedroeg f 214.484,61, waarvan aan bijdrage voor loonen
f 157.912,85.
Van het door den Gemeenteraad in zijn vergadering van
15 Februari 1924 ten behoeve van emigratie beschikbaar gestelde
bedrag van f 60.000,werd in 1931 f 650,besteed voor 2 per
sonen, van wie een naar Perzië en een naar Amerika emigreerde.
De vijfde cursus ter verhooging van de vakbekwaamheid
van kleermakers werd gehouden van 1 November 1931 tot en
met 31 Maart 1932. De cursus werd gevolgd door 16 personen,
die evenwel niet allen de lessen regelmatig bijwoonden. Aan
geen der cursisten kon een getuigschrift van voldoende vakbe
kwaamheid worden uitgereikt.
Naar aanleiding van de groote werkloosheid onder de jeug
dige vakarbeiders werd in het begin van Februari 1931 door
B. en W. een commissie benoemd, die belast werd met het doen
van voorstellen betreffende het vakonderwijs aan jeugdige werk
loozen. Reeds in dezelfde maand diende de Commissie haar rap
port in en 24 Februari 1931 deden B. en W. een voorstel aan den
Raad (Verz. 1931, No. 132), om gelden beschikbaar te stellen om
jeugdige werkloozen beneden den leeftijd van 21 jaar in de
gelegenheid te stellen, door het volgen van dagcursussen hun
vakbekwaamheid te onderhouden en uit te breiden.
In zijn vergadering van 2 Maart 1931 stelde de Raad voor
het boven aangegeven doel f 11.000,— beschikbaar, terwijl hij in
zijn vergadering van 24 Augustus 1931 naar aanleiding van het
VERSLAG WERKLOOSHEIDSVERZEKERING ENZ.