43 3 VERSLAG VAN DE SUB-COMMISSIE A DER COMMISSIE VAN TOEZICHT OP HET MIDDELBAAR ONDERWIJS OVER HET CURSUSJAAR 1931—1932. De Commissie heeft in het afgeloopen cursusjaar een belang rijke wijziging tot stand zien komen: de samenvoeging van de beide meisjes-Hoogere Burgerscholen tot een meisjes-Lyceum. Voor wat betreft het tot stand komen van dit meisjes-Lyceum zij aangeteekend, dat, hoezeer de Commissie is ingenomen met het feit, dat thans gelegenheid zal geopend worden tot het volgen van gymnasiaal onderwijs aan een meisjesschool, de samen voeging der beide scholen door haar slechts in overweging is gegeven, uitsluitend op grond van de door den Wethouder van Onderwijs vooropgestelde noodzakelijke bezuiniging en boven dien als tijdelijke maatregel. Bij de behandeling van de wijziging der organisatie van het Middelbaar onderwijs voor meisjes in den Raad der Gemeente, is deze verandering evenwel geheel los gemaakt van de aan vankelijk noodzakelijk geoordeelde bezuiniging. Wat betreft de plaatsing van de school heeft de Commissie gemeend te hebben aangetoond, dat de keuze niet gelukkig mag geacht worden. Ten gevolge van bovengenoemde wijziging heeft de directrice der voormalige Hoogere Burgerschool voor meisjes aan de Beeklaan den dienst met wachtgeld moeten verlaten. Hier past een woord van waardeering voor het vele goede, dat Mejuffrouw van Aken in haar langen diensttijd bij het Middelbaar onder wijs in deze gemeente heeft tot stand gebracht. Desgevraagd heeft de Commissie geadviseerd om den steun- cursus voor Indische leerlingen als proef ook nog gedurende het schooljaar 1931—1932 voort te zetten. Wegens gebrek aan deel nemers is deze steuncursus evenwel met de Kerstvacantie 1931 geëindigd. De Commissie verwacht, dat door de inmiddels aan VERSLAG VOORTGEZET ONDERWIJS.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1932 | | pagina 1022