1
43
23
gesteld, dat de bezetting bij alle richtingen van onderwijs
afneemt van de lagere naar de hoogere klassen. De gemiddelde
bezetting van alle klassen te zamen is bij de gymnasia (zoowel
openbare als bijzondere) kleiner dan bij de overige inrichtingen
van onderwijs. Het grootst is deze klassebezetting bij de Open
bare Handelsdagscholen.
De verminderde bezetting in de hoogere klassen is niet zoo
zeer een gevolg van de splitsingen in afdeelingen na het tweede
leerjaar als wel vooral van de afneming van de schoolbevolking.
Voor de jaren 1930, 1931 en 1932 zijn de volgende cijfers bijeen
gebracht voor de eerste vier leerjaren (voor het 5de en 6de
leerjaar is zuivere vergelijking niet mogelijk).
Hieronder volgt voor de jaren 1930, 1931 en 1932 een ver-
deeling van de klassen, in pCt. van het totaal aantal, naar de
bezetting bij het begin van het schooljaar.
VERSLAG VOORTGEZET ONDERWIJS.
Openbare Gymnasia
3,4
3,7
Bijzondere
n
8,3
Openbare Handels-
dagscholen
15
15
15
1931.
1932.
1930.
1931.
1932.
1930
1931
1932
1930
1931
1932
1930
1931
1932
1930
1931
1932
1930
1931
1932
8,-
8,-
13,8
21,4
14,8
12,6
11,6
10,1
10,9
15,7
14,3
4,3
4,5
52,-
32,-
25,-
29,4
24,8
15,1
30,1
24,7
23,5
26,1
27,3
27,3
27,6
28,6
40,7
34,9
31,5
34,7
69,6
54,6
59,1
15,7
20,2
17,3
13,6
13,6
Openbare Hoogere
Burgerscholen
1,2
1,1
3,1
1,7
3,3
3,4
7,2
6,8
7.1
2e klasse.
1 244
1 203
1 287
20,-
24,-
8,4
52,9
56,2
57,1
15
September
3e klasse.
1 105
1 191
1 150
4e klasse.
936
1 005
1 113
20,-
36,-
58,3
3,4
4,1
14,3
55,2
50,-
40,8
Aantal klassen in pCt. van het totaal met
1 t./m. 5 6 t./m. 10 11 t./m. 15 16 t./m. 20 21 t./m. 25 26 t./m. 30
leerlingen.
Bijzondere Hoogere
Burgerscholen
r
n
n
15 September 1930.
15
15
Aantal leerlingen by alle richtingen te zamen.
Ie klasse.
1 316
1 374
1 413
Verhoudingscyfers. (Aantal leerlingen in de le klasse 100.)
100 94,5 84,- 71,1
100 87,6 86,7 73,1
100 91,1 81,4 78,8