43
26
van
(Staat I A.)
Het aantal mannelijke leerlingen met een betrekking is naar
verhouding voortdurend grooter dan het aantal vrouwelijke,
terwijl, wederom verhoudingsgewijs, het aantal vrouwelijke
leerlingen met een betrekking bij de Bijzondere Handelscur
sussen grooter is dan bij de Gemeentelijke.
Met uitzondering van 1932 is dus elk jaar het aantal leer
lingen, ouder dan 17 jaar, bij de Bijzondere Handelscursussen
naar verhouding grooter dan bij de Gemeentelijke. Opmerkelijk
is voorts, dat verhoudingsgewijs meer vrouwelijke dan manne
lijke leerlingen ouder dan 17 jaar de Bijzondere Handelscur
sussen volgen, zulks in tegenstelling met de Gemeentelijke.
De percentages voor de meisjes zijn steeds hooger dan die
voor de jongens; vooral bij de Bijzondere Hoogere Burger
scholen zijn de verschillen belangrijk. Zoowel voor de jongens
als voor de meisjes zijn de percentages bij de Openbare en Bij
zondere Gymnasia onderscheidenlijk hooger dan bij de Openbare
en Bijzondere Hoogere Burgerscholen.
Het procentueel aantal leerlingen van de Handelscursussen,
jonger dan 14 en ouder dan 17 jaar, vermeldt de volgende staat.
VERSLAG VOORTGEZET ONDERWIJS.
n
n
Yt
n
1
1
1
n
31
31
31
31
1
1
1
1927.
1928.
1929.
Vr.
67,2
71,3
61,8
85,3
80,1
83,-
Vr.
18,8
21,2
22.5
16,6
15,9
27,1
30,9
42,7
38,3
46,2
40,9
49,2
39,-
29,2
1927.
1928.
1929.
9,9
5,6
Gem. Handelscursussen 1 Oct. 1926.
w
n
n
Bijz. Handelscursussen 1 Oct. 1926.
n
n
1 October 1)
Gem. Handelscursussengem. 1926/’30.
1931.
1932.
Bijz. Handelscursussen. gem. 1926/’3O.
1931.
1932.
1) Van 1930 af toestand op 31 December.
van het totaal aantal.
M.
90,6
94,6
88,3
94,1
89,2
91,5
ouder dan 17 .laar.
M.
30,9
30,8
27,2
20,7
22,2
31,1
35,7
33,5
37,4
31,6
30,3
33,2
34,-
28,8
n
31 Dec. 1930
1931
1932
r>
31 Dec. 1930
1931
1932
jonger dan 14 jaar.
M.
1,5
1,9
2,7
1,5
8,7
7,7
6,8
3,5
4,8
4,-
3,9
4,7
6,3
5,3
r>
n
1) 14 jaar en jonger.
Aantal leerlingen met een betrekking in pCt
Tot.
82,6
85,3
77,7
90,9
85,4
87,5
Aantal leerlingen (in pCt van het totaal)
Vr.
2,5
2,3
4,3
3,8
8,1
6,9
6,1
4,3
2,8