43
32
3)
3)
3)
3)
3)
92,-
3)
3)
Vergelijking van de percentages der bevorderden in de le
klassen in het bijzonder met die voor de hoogste (examen) -
klassen en daarnaast met die voor alle klassen te zamen doet
zien, dat de percentages voor de le klassen voor het meerendeel
zoowel voor de jongens als voor de meisjes (slechts met uitzon
dering van de Openbare Handelsdagscholen) de laagste zijn.
Bij de Openbare Hoogere Burgerscholen en met een enkele
uitzondering ook bij de Bijzondere Hoogere Burgerscholen en de
Openbare Handelsdagscholen zijn de percentages voor de meisjes
booger dan die voor de jongens. In het algemeen zijn de per
centages voor de Bijzondere Hoogere Burgerscholen hooger dan
voor de Openbare.
Het aantal leerlingen, dat een vak voor de tweede maal
volgde in pCt. van het totaal, is in het algemeen, zoowel voor
de openbare als voor de bijzondere cursussen, grooter voor de
mannelijke dan voor de vrouwelijke leerlingen.
(Staat III.)
VERSLAG VOORTGEZET ONDERWIJS.
J.
M.
J.
M.
J.
M.
J.
M.
87,-
85,1
92,7
75,4
82,2
77,8
78,2
Openbare
Gymnasia.
87,6
100,-
76,3
82,1
71,5
73,5
72,4
76,7
90,7 4)
81,7
90,7 4)
95,1
80,-*)
80,9
Bijzondere
Gymnasia, i)
74.5 (77,6) 79,1 (80,4)
72.5 (73,9) 78,8 (84,3)
Openb. Hoogere
Burgerscholen.
80,3
77,4
78.3
79,5
78,4
74,3
81,7
85,7
82,3
84,6
84,8
85,3
79,6
85,9
78,9
84,9
81,6
87,2
74,9
69,6
Operb.
Handen
dagscld
J. 1
j
le klasse, gem. 1926/’27 t./m. 1930/’31
1931/1932
2e klasse, gem. 1926/’27 t./m. 1930/’31
1931/1932
3e klasse, gem. 1926/’27 t./m. 1930/’31
1931/1932
4e klasse, gem. 1926/’27 t./m. 1930/’31
1931/1932
5e klasse, gem. 1926/’27 t./m. 1930/’31
1931/1932
6e klasse, gem. 1926/’27 t./m. 1930/’31
1931/1932
Alle klass.
te zamen, gem. 1926/’27 t./m. 1930/’31
1931/1932
79,6
81,4
89,2
95,-
74,3
74,-
81,2
84,8
88,-
95,5
81,-
79,7
76,1
73,-
91,2
82,3
75,9 S
67.6 il
68.6 11
64,- i
65,4
69,6
65,5
77,3
85,7
70,3
88,2
90,-
80,1
72,9 J
70,8 i 9
86,7 I
81,1
74,2 |75,44)
73,1
73,64)
78,3
82,5*)
74,7
83,5 4)
88,-
Aantal bevorderde en voor het eindexamen geslaagde leerlingen in pCt
van het aantal bjj den overgang of bij het eindexamen
aanwezige leerlingen.
|Bi)z. Hoogere
Burger-
i scholen.
66.1 (68,1) 75,- (65,6)
68.5 (80,-) 78,2 3)
71.5 (69,7) 78,8 (77,4)
70.2 (76,5) 72,3 (54,5)
70.7 (80,5) 78,3 (80,9)
73,- (67,3) 78,9 (88,2)
76,1 (83,3) 76,4 (89,2)
73.9 (72,5) 78,4 (94,1)
84.9 (86,4) 86,- (89,-)
81.8 (75,9)87,8 (81,3)
1) Geen opgaven voor 1926/’27 en 1927/’28.
2) Tusschen haakjes de percentages voor no. VII.
3) Niet berekend wegens te kleine aantallen.
4) Gemiddelde 1928/*29 t./m. 1930/’31.