43 34 de jongens zijn voortdurend hooger bijzondere. Bij de Openbare Hoogere Burgerscholen is het ver trek het grootst. In het algemeen verlaten er naar verhouding meer meisjes dan jongens tusschentijds de scholen. Van een vermindering van het aantal vertrokkenen gerekend van de laagste naar de hoogere klassen kan, behalve ten aanzien van de hoogste (examen)klasse, niet gesproken worden. Afwij kingen in de percentages zijn vaak veroorzaakt door kleine absolute aantallen. Bij het Handelsavondonderwijs blijkt naar verhouding het aantal leerlingen, dat gedurende het schooljaar den cursus ver laat, belangrijk grooter te zijn dan bij het dagonderwijs. Terwijl procentsgewijs het aantal meisjes, dat het avond onderwijs verlaat, bij de openbare cursussen grooter is dan dat der jongens, zijn de percentages bij de bijzondere cursussen voor beide geslachten vrijwel gelijk. In verband met de veelal hooge percentages der vertrokkenen bij het dagonderwijs zij opgemerkt, dat een niet onbelangrijk deel der leerlingen de eene inrichting van onderwijs verlaat, om naar een andere gelijkwaardige over te gaan. Ten aanzien van de inrichtingen van openbaar onderwijs kan, voorzoover gegevens zijn verstrekt, het volgende overzicht worden gegeven. De percentages voor dan die voor de meisjes. Door een wijziging in de onderscheiding van de redenen van het verlaten der school is thans de vraag omtrent hetgeen dient vermeld te worden als oorzaak van het vertrek van een leerling eenvormiger beantwoord dan vorige jaren. Daarom moet ver gelijking van de cijfers voor 1931/’32 met de gemiddelden over de voorafgaande vijf jaren in den volgenden staat met eenig voorbehoud geschieden. VERSLAG VOORTGEZET ONDERWIJS. 1) Zonder H.B.S. no. III. 1926/1927 1927/1928 1928/1929 1929/1930 1930/1931 1931/1932 Meisjes. 266 283 259 240 268 240 Meisjes. 58 60 51 80 74 83 Jongens. 33,3 26,4 36,9 36,3 32,8 42,8 Jongens. 372 398 407 300 363 332 In pCL Meisjes. 21,8 21,2 19,7 33,3 27,6 34,6 Aantal leerlingen, dat de school verliet. Hiervan gingen naar een andere gelijkwaardige inrichting van onderwijs. Absoluut. Jongens. 124 105 150 109 119 142

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1932 | | pagina 1053