43 39 den van De in 1930/’31 ingetreden daling van het aantal leerlingen blijkt zich in 19317’32 in sterkere mate te hebben voortgezet. Terwijl gemiddeld over de jaren 1926 t./m. ’30 en in 1931 het aantal vrouwelijke cursisten kleiner was dan het aantal man nelijke, is dit in 1932 juist andersom. Met uitzondering van de vrouwelijke leerlingen bij praktijkcursus zijn naar verhouding in 1932 meer leerlingen ge slaagd dan gemiddeld over de voorafgaande vijf jaren. Telkens is het percentage mannelijke cursisten van 18 jaar en ouder dus relatief hooger dan dat der vrouwelijke. In 1931/’32 was het percentage leerlingen, dat nog dagonder wijs genoot, belangrijk grooter dan gemiddeld over de vooraf gaande vijf jaren, terwijl het percentage van hen, die avond onderwijs volgden, belangrijk gedaald is. (Staat III.) Aantal leerlingen, dat een diploma behaalde, in pCt. van het VERSLAG VOORTGEZET ONDERWIJS. Praktijkcursus. J Gem. 1926/’27 t./m. 1930/’31 1931/1932 M. 80,7 96,7 Cursussen aangevangen in 1926 t./m. ’30 1931 1932 Vr. 67,6 72,3 Cursussen aangevangen in 1926 t./m. ’30 1931 1932 Vr. 90.- 87,3 Aantal mannelijke en vrouwelyke cursisten in pCt. van het totaal aantal. M. Vr. 55,1 44,9 50,5 49,5 49,3 50,7 Avondcursus. M. 71,4 76,4 Vr. a. b. c. 31,5 20,1 48,4 56,4 10,6 33,- Vr. 63,- 83,8 Aantal cursisten van 18 jaar en ouder van alle cursussen te zamen, in pCt. van het totaal aantal. M. Vr. 27,1 21,3 30,8 24,8 40,7 28.8 (Staat IIA.) Aantal leerlingen, in pCt. van het totaal aantal, dat a. nog dagonderwijs geniet. b. avondonderwijs geniet. c. geen onderwijs meer geniet. M. ti. b> c. Gem. 1926/’27 t./m. 1930/’31 39,2 24,- 36,8 1931/1932 51,2 10,- 38,8 Totaal. a. b. c. 35.8 21,9 42,3 53.8 10,3 35,9 aantal, dat examen deed. Machineschrijven. Dagcursus. M. 55,5 86,5

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1932 | | pagina 1057