46
5
III. MUSEUM VOOR OUDE KUNST.
neesche ceramiek, waarvoor dr. Gallois den catalogus maakte,
dien hij voorzag van een leerzame inleiding. Verreweg het
grootste aandeel aan deze tentoonstelling had de rijke collectie
van den heer A. S., hier ter stede; voorts waren er kleinere
inzendingen van verschillende stadgenooten.
Het was aangenaam te kunnen constateeren, dat onze eigen
verzameling in deze keurcollectie een goed figuur maakte. De
tentoonstelling trok zeer veel belangstelling.
Terzelfder tijd werd in de tentoonstellingszaal een expositie
gehouden uit onze prentverzameling nl. van Nederlandsche
houtsneden, met een catalogus met een inleiding over de hout
snede van dr. Knuttel, waarin de techniek en de ontwikkeling
dezer grafische kunst ten onzent werden uiteengezet.
Daarop volgde een tentoonstelling van teekeningen van
Jacob, Matthijs en Willem Maris, hoofdzakelijk om een overzicht
te geven van de belangrijke aanwinsten in dit jaar verworven.
Ter eere van de nagedachtenis van W. B. Tholen richtten wij
een tentoonstelling in van olieverfschetsen en teekeningen van
dezen meester uit het bezit van Mevr. Tholende Ranitz.
Uit ons bezit werden kunstwerken beschikbaar gesteld voor
to. Breitner-tentoonstelling te Brussel; 2o. Regeeringstentoon-
stelling van Nederlandsche Kunst te Brussel; 3o. tentoonstelling
W. de Zwart in Pulchri Studio; 4o. tentoonstelling van Ned.
Kunst in Italië te Rome; 5o. Thorn Prikker-tentoonstelling in
Keulen, daarna in Crefeld en Utrecht; 60. tentoonstelling van
Kerkelijke Kunst te Rotterdam; 7o. Chr. de Moor-tentoonstelling
en 80. Bauer-tentoonstelling, beide te ’s-Gravenhage.
De reeds in mijn vorig verslag vermelde afbraak van het
belendende perceel Korte Vijverberg 6 gaf ook gedurende dit
jaar eenige moeilijkheden. Onder meer moest ook de Lod. XIV
groote schouw in de ceramiekzaal geheel worden afgebroken.
Zij werd in depot gebracht, evenals de kleine Empire schoor
steenmantel in zaal X. Na voltooiing van dezen bouw werden
onze beide zalen weder volledig in gebruik genomen.
Een omschikking van het tentoongestelde, waarbij alle Chi- Toestand der
neesche ceramiek bijeenkwam en de Italiaansche meer ruimte verzamelingen,
kreeg, kon hierbij worden doorgevoerd.
Zooals gewoonlijk is het getal der aanwinsten van de Histo- Aanwinsten,
rische Afdeeling klein. Hier volgt eene opnoeming.
VERSLAG DIENST VOOR KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN,