8
19
STAAT III.
Belastingjaar 1930/31.
Vestiging en vertrek van belastingplichtigen over de belasting
jaren 1929/30 en 1930/31; aantal aanslagen.
i
i
I'
VERSLAG DER GEMEENTEBELASTINGEN.
Aantal aanslagen
Zuiver inkomen
Vertrokkenen.
Gevestigden.
tot
van
Belastingjaren.
1929/30
1930/31
1930/31
1929/30
1929/30
1
5
2
4
1 369
1 175
6 285
6 588
7 763
7 654
Deze cijfers hebben sedert het vorige verslag ten gevolge van nagekomen aanslagen
wijziging ondergaan.
1 276
750
769
712
422
436
471
357
296
304
260
229
196
315
209
178
99
66
168
67
38
14
10
4
1
2
1
988
677
769
633
452
376
420
326
225
322
216
211
163
245
174
103
50
41
104
34
27
13
5
5
5
2
1 128
693
666
581
344
322
385
299
262
279
197
182
149
232
155
100
67
34
108
36
29
11
5
5
4
4
3
Verschil
gevestigden en
vertrokkenen.
1
2
10
f
900—
i.ooo—
1.200—
1.400—
1.600—
1.800—
2.000—
2.300—
2.600—
3.000—
3.500—
4.000—
4.500—
5.000—
6.000—
7.000
8.000
148
57
103
131
78
114
86
58
34
25
63
47
47
83
54
78
32
32
60
31
9
3
5
1
3
2
2
1 239
767
775
729
447
425
497
372
322
330
258
254
182
288
212
158
95
70
157
67
51
30
9
6
6
2
1
2
12
251
90
6
96
5
49
77
46
97
8
42
43
19
43
38
55
45
29
53
33
24
17
4
1
1
1930/31
f
1.000
1.200
1.400
1.600
1.800
2.000
2.300
2.600
3.000
3.500
4.000
4.500
5.000
6.000
7.000
8.000
9.000
9.000— 10.000
10.000— 15.000
15.000— 20.000
20.000— 30.000
30.000— 40.000
40.000— 50.000
50.000— 60.000
60.000— 70.000
70.000— 80.000
80.000— 90.000
90.000—100.000
100.000 en daarboven.
1
