11
7
Mond- en klauwzeer
Miltvuur
Vlekziekte
Besmettelflke
veeziekten.
B. Actinomycose werd in 16 gevallen geconstateerd en wel bij
14 runderen, 1 vet kalf en 1 varken. Zetel der aandoening was
kop of tong, behalve bij het varken, waar de uier zetel der aan
doening was.
C. Echinococcose. Echinococcusblazen werden aangetroffen
bij 70 runderen, 61 eenhoevige dieren en 67 varkens.
D. Cysticercose. De cysticercus inermis (larve van den bij
den mensch parasiteerenden lintworm Taenia saginata) werd
in totaal 369 maal geconstateerd en wel bij 273 runderen
(1,14 van het aantal geslachte dieren) en 96 graskalveren
(2,6 Dit is een vrij groote toeneming tegenover 1931 toen
deze cijfers resp. 0,81 en 1,83 waren. In levenden toestand
werden de parasieten aangetroffen bij 42 runderen (0,17 en
9 graskalveren (0,24
Omtrent de wijze van verspreiding der finnen geeft onder
staand staatje nadere opheldering.
Over enkele andere veel voorkomende parasitaire aandoe
ningen bij slachtdieren valt het volgende op te merken.
Distomatose. Wegens deze aandoening werden afgekeurd
1 rund, 1 schaap en de levers van 4361 runderen, 198 graskalveren,
45 varkens en 832 schapen. In een zeer groot aantal gevallen
kon eerst na verwijdering der aangetaste deelen het orgaan in
consumptie worden gegeven. In het vorig verslagjaar waren
deze cijfers belangrijk minder.
Strongylose. Deze parasitaire aandoening was oorzaak van
het afkeuren* der longen van 60 graskalveren, 1300 varkens en
1613 schapen.
Besmettelijke veeziekten kwamen als volgt voor:
bij 14 runderen en 2 vette kalveren,
2 runderen en 2 schapen,
21 varkens,
VERSLAG VAN HET OPENBAAR SLACHTHUIS.
Graskalf.
Rund.
VINDPLAATS.
j A fgestorven.
Afgestorven.
Levend.
Levend.
87
Totaal
231
9
42
39
1
2
141
52
34
3
1
4
5
40
47
Uitwendige kauwspier
Hart
Inwendige kauwspier
Uitw. kauwspier en hart.
Inw.