11 7 Mond- en klauwzeer Miltvuur Vlekziekte Besmettelflke veeziekten. B. Actinomycose werd in 16 gevallen geconstateerd en wel bij 14 runderen, 1 vet kalf en 1 varken. Zetel der aandoening was kop of tong, behalve bij het varken, waar de uier zetel der aan doening was. C. Echinococcose. Echinococcusblazen werden aangetroffen bij 70 runderen, 61 eenhoevige dieren en 67 varkens. D. Cysticercose. De cysticercus inermis (larve van den bij den mensch parasiteerenden lintworm Taenia saginata) werd in totaal 369 maal geconstateerd en wel bij 273 runderen (1,14 van het aantal geslachte dieren) en 96 graskalveren (2,6 Dit is een vrij groote toeneming tegenover 1931 toen deze cijfers resp. 0,81 en 1,83 waren. In levenden toestand werden de parasieten aangetroffen bij 42 runderen (0,17 en 9 graskalveren (0,24 Omtrent de wijze van verspreiding der finnen geeft onder staand staatje nadere opheldering. Over enkele andere veel voorkomende parasitaire aandoe ningen bij slachtdieren valt het volgende op te merken. Distomatose. Wegens deze aandoening werden afgekeurd 1 rund, 1 schaap en de levers van 4361 runderen, 198 graskalveren, 45 varkens en 832 schapen. In een zeer groot aantal gevallen kon eerst na verwijdering der aangetaste deelen het orgaan in consumptie worden gegeven. In het vorig verslagjaar waren deze cijfers belangrijk minder. Strongylose. Deze parasitaire aandoening was oorzaak van het afkeuren* der longen van 60 graskalveren, 1300 varkens en 1613 schapen. Besmettelijke veeziekten kwamen als volgt voor: bij 14 runderen en 2 vette kalveren, 2 runderen en 2 schapen, 21 varkens, VERSLAG VAN HET OPENBAAR SLACHTHUIS. Graskalf. Rund. VINDPLAATS. j A fgestorven. Afgestorven. Levend. Levend. 87 Totaal 231 9 42 39 1 2 141 52 34 3 1 4 5 40 47 Uitwendige kauwspier Hart Inwendige kauwspier Uitw. kauwspier en hart. Inw.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1932 | | pagina 209