12
21
VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.
C. Woningbouw.
De eigenaresse van gronden, gelegen tusschen de Bakkers
straat en het Slijkeinde, wenschte na afbraak van de daarop
staande slechte woningen en verdere opstallen, een nieuwe be
bouwing tot stand te brengen. Ter verkrijging van een goed
geheel ontwierpen Burgemeester en Wethouders een tweetal
straten, waarlangs in hoofdzaak 9.50 M. hooge étagewoningen
De laatste drie voorstellen zijn in het afgeloopen jaar bij
den Raad niet meer in behandeling gekomen.
boven elkaar in een buitenwijk. Onze Commissie is van oor
deel, dat deze in het algemeen niet gewenseht is. Waar echter
in het onderhavige geval deze bouw zal verrijzen langs zeer
breede wegen en bijzondere eisehen daaraan zullen worden
gesteld, kan onze Commissie uit gezondheidsoogpunt tegen
het toelaten van den hier geprojecteerden hoogen bouw geen
bezwaar maken.
Met den inhoud der van het wijzigingsvoorstel deel uit
makende ontwerp-verordeningen kan onze Commissie in het
algemeen accoord gaan.
Slechts zouden wij te dien aanzien willen opmerken, dat
in art. 3 van verordening A opgenomen dient te worden, dat
een kapverdieping altijd deel moet uitmaken van de bovenste
woonlaag.
Blijkens Uw schrijven aan onze Commissie is dit inderdaad
de bedoeling. Daarin merkt U n.l. op:
„Het gaat hier dus slechts om de toevoeging van een vol
ledige woonverdieping of van een kapverdieping, behoorende
bij de derde woonlaag.” Zooals echter de verordening thans is
geredigeerd, wil het ons niet uitgesloten lijken, dat de woon
ruimten in de kapverdieping onder de bewoners van meerdere
woonlagen worden verdeeld, wat gelijk wij in ons meer
genoemd schrijven van 17 April 1931 opmerkten tot onge-
wenschte toestanden aanleiding zou kunnen geven.
Voorts zouden wij willen vragen, of in het 4de lid van
art. 2 der zelfde verordening met perceelen, welke aan twee
straten liggen, uitsluitend hoekpereeelen zijn bedoeld. Wij
kunnen ons aan twee straten gelegen perceelen voorstellen,
die niet op den hoek van twee straten liggen.
Voor het overige stuiten de voorstellen bij ons niet op
bezwaren. Wij zouden alleen nog de opmerking willen maken,
dat, hoewel in het onderhavige geval onze Commissie ge
noegen meent te kunnen nemen met de weinig omvattende
eisehen, in de concept-verordening B neergelegd, die eisehen
bij een eventueel verdere doorvoering van den bouw van meer
dan 3 woonlagen boven elkaar verzwaard dienen te worden.”