12
22
I).
Herziening der Bouw- en Woonverordening.
Bouwverbod.
E.
Over dit onderwerp valt niets te vermelden.
Over een op 16 September door Burgemeester en Wethouders
bij den Raad ingediend voorstel tot wijziging van de artt. 39, 40,
41 en 100 der Bouw- en Woonverordening, waarvan de strekking
was in de verordening voorschriften op te nemen, waaraan bad
kamers dienen te voldoen, zie jaarverslag 1931, bladz. 23
heeft de Raad in het afgeloopen jaar nog geen beslissing ge
nomen.
Teneinde te kunnen beoordeelen, of het tekort aan woningen
voor de visschersbevolking nog even groot of misschien zelfs
grooter is dan voorheen, besloot de Commissie een onderzoek in
te stellen naar den omvang van ontoelaatbare samenwoningen
te Scheveningen. Dat onderzoek was in het einde van het jaar
nog niet afgeloopen.
zouden verrijzen. De voorgevelrooilijnen zouden samenvallen
met de grenzen der geprojecteerde straten. Over dit plan vroe
gen Burgemeester en Wethouders bij schrijven van 29 Februari
het oordeel van de Commissie. Deze liet op 17 Maart weten, dat
zij ermede aecoord ging. Weliswaar kon de bajonetvorm, aan
een der twee geprojecteerde straten gegeven, uit stedebouw-
kundig oogpunt hare bewondering niet wekken, doch uit ge-
zondheidsoogpunt was daartegen geen bezwaar in te brengen.
De Raad vereenigde zich met het voorstel in zijn zitting van
11 April.
Plannen tot woningbouw van gemeentewege zijn in het jaar
1932 niet ingediend. Wel nam de Gemeenteraad in zijn zitting
van 14 November een besluit, waarbij de Gemeente voor den
bouw van 955 woningen door woningbouwvereenigingen het
benoodigde bouwcrediet verleende en zich tevens borg stelde
voor de bouwkosten.
Onder hoofdstuk Ill C van dit verslag is reeds gewag ge
maakt van een schrijven aan Burgemeester en Wethouders,
waarin de Commissie bezwaar maakte tegen het toelaten van
den bouw van particuliere woningen in industriewijken. Naar
het daar ter plaatse vermelde moge hier worden verwezen.
VERSLAG DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.