Byiage 14
VERSLAG van de Stichting „Centraal Badbeheer”
te ’s-Gravenhage over het jaar 1932.
In de samenstelling van het Bestuur kwam geen verandering, Bestuur,
zoodat dit op 31 December 1932 uit de volgende leden bestond:
F. N. V. Quant, Wethouder van Gemeentebedrijven, voorzitter,
Prof. Mr. A. C. Josephus Jitta, onder-voorzitter, H. C. M. van
Benthem, boekhouder-kassier, Mr. W. F. K. Cost Budde, secre
taris, W. P. Blokpoel, W. van Boven, J. J. van Langen, H. H.
Loeven, L. L. E. E. M. Moonen, F. J. Noordhoek Hegt en
B. Verwaal.
De heeren van Benthem, Blokpoel, Cost Budde, van Langen
en Verwaal bleven als gedelegeerde belast met de dagelijksche
leiding van en toezicht op resp. het volkszeebad te Scheveningen,
de schoolbaden, de volksbaden, het zeebad-Kijkduin en het
Zuiderzwembad. Voorts bleef de adj.-commies ter Gemeente
secretarie J. G. D. Meyboom als adj.-secretaris aan de Stichting
verbonden.
In Februari vereen igde de Raad zich met het door Burge- Statuten,
meester en Wethouders o ver genomen voorstel om aan art. 9,
lid 1, van de Statuten der Stichting een bepaling toe te voegen,
dat de Inspecteur door het Bestuur tot plaatsvervangend-gedele-
geerde kan worden benoemd. Gedeputeerde Staten hechtten
hieraan hun goedkeuring.
Krachtens de hierboven genoemde wijziging der Statuten Inspecteur,
werd de heer J. P. E. van x\meijde voor den zomer 1932 be
noemd tot gedelegeerde telkens in plaats van uitstedige gedele
geerden, dus voor zoolang hun afwezigheid duurde.
Voorts werd den Inspecteur, met goedvinden van Burge
meester en Wethouders, voor het gebruik van zijn eigen auto
in dienst der Stichting een vergoeding toegekend.