15
5
a.
VI. BEPLANTINGEN BIJ GEMEENTEGEBOUWEN.
Het onderhouden van de beplantingen bij de verschillende Onderhoud.
Gemeentegebouwen geschiedde in eigen beheer, met uitzonde
ring van:
de beplantingen bij de verschillende woningcomplexen
voor de volkshuisvesting;
b. de beplantingen bij sommige Gemeentegebouwen, welke
hiervoor geschikt werden geacht.
Het onderhouden van de onder a. genoemde beplantingen
werd, evenals het vorige jaar, door den Dienst der Stadsontwik
keling en Volkshuisvesting zelf verzorgd, door middel van uit
besteding, onder toezicht van de Directie der Gemeenteplant-
soenen.
Het uitbesteden van en het houden van toezicht op het
onderhoud der onder b. genoemde beplantingen geschiedde door
de Directie der Plantsoenen.
Bij enkele nieuw gestichte of voor verschillende behoeften Aanleg,
in gebruik genomen gebouwen werden in het afgeloopen jaar
tuinen of beplantingen aangelegd; voor andere bestaande ge
bouwen en instellingen werden leveranties en werkzaamheden
gedaan.
Al deze werkzaamheden geschiedden, met uitzondering van
het leveren en stellen van hekwerk, in eigen beheer.
In enkele gebouwen werd voor bijzondere gelegenheden een
plantenversiering aangebracht.
De uitbreiding van de beplanting bij de openbare bewaar
school aan de Mijtensstraat (waartoe bij Raadsbesluit van
5 Februari 1932, bijlage 52, werd besloten) werd in het verslag
jaar aangevangen en ook geheel uitgevoerd.
Het aantal motorgrasmaaimachines werd in 1932 met 2 stuks
uitgebreid, terwijl één oude motorsproeipomp met bijbetaling
door den Plantsoendienst, werd ingeruild voor een pomp van
een nieuwer type.
Aan het einde van het verslagjaar waren in gebruik 10
motorgrasmaaimachines, terwijl het aantal motorsproeipompen
niet werd uitgebreid; dit bleef, evenals in het vorig verslagjaar,
8 stuks.
VII. WANDELPLAATSEN EN PLANTSOENEN.
Het onderhoud en voor zooveel noodig het bewaken van de Onderhond,
openbare wandelplaatsen en plantsoenen en het onderhoud der
beplantingen en de paden op de Algemeene Begraafplaats,
VERSLAG GEMEENTEPLANTSOENEN.