26 14 COMMISSIE VAN ADVIES. Op 31 December 1932 bestond het Scheidsgerecht uit: Mr. B. C. J. Loder, Voorzitter. Mr. J. Limburg, Plaatsvervangend Voorzitter. Ir. H. C. C. van Rijsbergen, L. van Beekum, Ir. P. H. V. Bongaerts, r A. H. Pfundt Plaatsvervangende Leden. Mr. J. H. Rolandus Hagedoorn, Secretaris. H. Robin, Plaatsvervangend Secretaris. In den loop van het jaar 1932 zijn twee zaken door het Scheidsgerecht behandeld. 1. Een bestuurder was gestraft met inhouding van één verlof dag wegens het veroorzaken van een aanrijding. Het Scheidsgerecht heeft de gegeven beslissing gehandhaafd. 2. Een ploegbaas was gestraft met één dag schorsing met in houding van loon wegens het aannemen van een hoogst ongepaste houding tegenover den Directeur en met dadelijk ingaand ontslag wegens het hardnekkig weigeren om de mededeeling van de hem opgelegde voormelde straf voor ontvangst te teekenen. Het Scheidsgerecht heeft de beslissing van de Directie waarbij één dag schorsing werd opgelegd gehandhaafd, doch de tweede beslissing ten aanzien van het gegeven ontslag ver nietigd en den appellant terzake van dienstweigering terug gesteld tot wegwerker. Bij het Scheidsgerecht zijn thans nog twee zaken aanhangig waarvan de behandeling in den loop van 1933 zal plaats vinden. Het verslag van den Secretaris van de in artikel 53 van het Algemeen Arbeidsreglement bedoelde Commissie van Advies luidt: De Commissie bleef ook dit jaar ongewijzigd samengesteld als volgt: Leden: Ir. J. W. v. d. Vegt, A. Harms en Ir. M. Trooster. Plaatsvervangende Leden: Ir. W. C. van Maanen, J. J. van Langen en I. v. d. Loo. Secretaris: Mr. Dr. J. H. Labberton. In den loop van het jaar heeft zij vier gevallen behandeld. Het eerste betrof een conducteur, die ongeschikt werd geacht en wiens eerlijkheid en betrouwbaarheid betwijfeld werd. De Commissie vereenigde zich met het voornemen tot ontslag. Het tweede geval betrof een herhaalde beslaglegging op het loon door den fiscus wegens belastingschuld. Uit overweging, I T

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1932 | | pagina 568