Bijlage 27 A. HAVENDIENST. II. VISSCHERSHAVEN. Op 1 Januari 1932 lagen in de haven de volgende vaartuigen: Scheepvaart. 3 stoomtrawlers, 107 motorloggers, 3 zeilloggers, 19 motorschok- kers, 2 zeilschokkers, 26 garnalenbooten en vletten, 1 sleepboot, 1 zandzuiger, 1 baggermolen, 2 onderlossers, 1 motorreddingboot VERSLAG omtrent den Gemeentelijken Dienst van Haven- en Marktwezen te ’s-Gravenhage over het dienstjaar 1932. I. PERSONEEL. Aan het einde van het verslagjaar waren 51 personen in vas ten dienst aan den Havendienst verbonden. De gezondheidstoestand van het geheele personeel gedurende het verslagjaar was iets minder gunstig dan in het voorafgaande jaar. Het aantal ziektedagen was 505 tegen 482 in 1931. Voor het personeel in algemeenen dienst was het aantal ziektedagen bijna 2’/2 van het aantal werkdagen, voor het personeel der Vis- schershaven 1,7 en voor dat der binnenhaven ruim 3,9 Voor 1931 waren deze cijfers respectievelijk bijna 4,4 bijna 1,9 en ruim 3,3 Het totaal uitbetaalde ziekengeld bedroeg f 3.383,35. Evenals gedurende de voorgaande jaren werd de dienst van de havengaarders bij verlof of ziekte waargenomen door den havengaarder, belast met de controle, terwijl dit voor het overige personeel geschiedde door noodhulp-personeel. De Commissie van Bijstand voor den Havendienst, het Markt- Commissie van wezen en het Levensmiddelenvraagstuk bestond gedurende het Bijstand, verslagjaar uit de heeren J. K. W. F. van Bommel, L. P. van Hameien, Q. A. Nederpel, J. J. de Niet, M. van Steenbergen en C. M. Swiebel, onder voorzitterschap van den Wethouder voor de Gemeentebedrijven, den heer F. N. V. Quant.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1932 | | pagina 590