32
lage
VERSLAG van de Gemeentelijke Hypotheekbank
van 's-Gravenhage over 1932.
De in het najaar van 1931 genomen maatregel, om door Algemeene
middel van de Gemeentelijke Hypotheekbank op ruime schaal beschouwingen,
bouwcredieten te verstrekken ter beperking van de werkloos
heid in de bouwvakken, werd in 1932 voortgezet. In Februari
werd besloten de beschikbare kapitalen van het Rijkshypotheken-
fonds eveneens voor het verleenen van bouwcredieten te ge
bruiken en zoodoende ook den bouw op grond in eigendom te
steunen. Hiertoe werd eerst overgegaan, nadat de pogingen, ter
bereiking van dit doel met particuliere Kredietinstellingen samen
te werken, tot geen voldoenden uitslag hadden geleid.
In verband met de moeilijke kapitaalmarkt werden aanvragen
om hypotheek op bestaande panden voorloopig nog niet aan
genomen. Koopers van de met crediet van de genoemde instel
lingen gebouwde panden konden echter de hypotheek op die
panden overnemen en maakten van deze gelegenheid een ruim
gebruik. Tegen het einde van het jaar, toen de markt wat ruimer
was geworden en ook andere instellingen weder hypotheken en
bouwcredieten verstrekten, konden aanvragen voor bestaande
gebouwen weder in behandeling komen.
Bij de drie hypotheekinstellingen te zamen werden, onge
rekend de overnemingen en de voortzettingen, 111 leeningen
gesloten tot een gezamenlijk bedrag van f 3.822.550,De totale
omzet met inbegrip van de evenbedoelde posten dus be
droeg f 4.505.550,Een aantal in 1932 toegezegde credieten
konden echter eerst in het volgende jaar gesloten worden. Tot
de verleende credieten behoort een crediet van het Rijkshypo-
thekenfonds, groot f 66.000,ten behoeve van den aanleg van
straten enz. in het stratenplan „Oostbroek” (2e gedeelte). Het
totaal der uitstaande hypotheken bedroeg op 31 December rond
f 24.255.000,d. i. f 1.931.000,meer dan het vorige jaar.
Aan aflossingen werd in het geheel f 2.574.700,ontvangen.
De betaling van rente en aflossing behield een bevredigend
verloop. Ook nu betaalden velen vóór den vervaldag. In enkele
gevallen werd aan geldnemers, op hun verzoek, in verband met
de tijdsomstandigheden uitstel of vrijstelling van periodieke
aflossing verleend. De op de balansen voorkomende bedragen
