90
c.
Onderwijs aan
zieke kinderen.
School voor vol
wassenen.
Rjjkskweek-
school.
Bijzondere in
richtingen tot
opleiding van
onderwijzers
(essen).
Cursussen voor
handenarbeid.
buitengewoon lager onderwijs 4, dat der leerlingen daarvan 479.
Voor nadere gegevens omtrent de bijzondere scholen voor
lager onderwijs wordt verwezen naar bladz. 32 van het verslag
van het Lager Onderwijs (bijlage 41).
De „Vereeniging tot bevordering van het onderwijs in han
denarbeid” gaf 5 cursussen in kartonnage, 12 in houtarbeid en
4 in pitrietvlechtwerk, totaal 21 cursussen. Het aantal leerlingen
was op 15 December 199, waaronder 21 betalende. Het school
geld bedroeg voor de betalende leerlingen f 10,per cursus
per leerling voor het onderwijs in kartonnage en rietvlechten
en f 12,50 per cursus en per leerling voor het onderwijs in hout
arbeid. Voor enkele leerlingen werd het schoolgeld lager gesteld.
Het onderwijs werd gegeven door drie onderwijzers, alsmede
door een vakman in rietvlechten.
Bij het begin van den cursus 19311932 bedroeg het aantal
leerlingen der school van de vereeniging „School voor Volwas
senen” 115, waarvan 52 vrouwen. Het onderwijzend personeel
bestond uit 1 hoofd en 6 onderwijzers.
Zie voor het onderwijs aan zieke kinderen bladz. 89.
Inrichtingen tot opleiding van onderwijzers
en onderwijzeressen.
De afdeeling A van de Rijkskweekschool telde bij den aan
vang van den cursus 19311932 in het tweede leerjaar 30 (11 m.
en 19 vr.), in het derde 27 (7 m. en 20 vr.) en in het vierde 21
(6 m. en 15 vr.) leerlingen. Van de 21 candidaten legden 19 (5 m.
en 14 vr.) met goed gevolg het eindexamen af; aan hen werd
de akte als onderwijzer(es) uitgereikt, terwijl 14 vrouwelijke ge
slaagden bovendien de aanteekening voor nuttige handwerken
verwierven. 2 mannelijke en 1 vrouwelijke leerling(en) konden
aan het einde van het leerjaar niet tot een hoogere klasse wor
den bevorderd. Er werden eenige excursies gemaakt.
De eerste klasse van de afdeeling B, waarvan de lessen plaats
hebben op Woensdag- en Zaterdagmiddag, telde bij den aanvang
van den cursus 43 (10 m. en 33 vr.), de tweede klasse 21 (9 m.
en 12 vr.) leerlingen. Van de 8 mannelijke en 5 vrouwelijke
leerlingen, die zich aan het examen voor de hoofdakte onder
wierpen, slaagden er onderscheidenlijk 5 en 3.
Het onderwijzend personeel bestond op 1 Januari 1932 uit
12 leeraren en 1 leerares.
De bijzondere inrichtingen tot opleiding van onderwijzers
en onderwijzeressen zijn de volgende:
kweekschool voor onderwijzers en onderwijzeressen, genaamd
„Christelijke Kweekschool”, Galvanistraat 118;
kweekschool van de St.-Willibrordus-Vereeniging, Oude Mol
straat 34;