40 4 genoemde bedrag Werkverschaf fing en werk verruiming. fische vakken, kledingindustrie, sigarenindustrie, het land en tuinbouwbedrijf en aan bankpersoneel en koopvaarders werd een Rijksbijdrage van 25 ontvangen. Voor de metaal bewerkers, meubelmakers en zeevisschers werd deze bijdrage over het geheele jaar verstrekt en voor de overige groepen over het tijdvak 16 October tot en met 31 December 1932. In totaal werd over het jaar 1932 aan werkloozensteun uit betaald: a. f 2.886.241,20 (waaronder extra-steun, noodvoorzieningen en waarde brandstofverstrekkingen) door bemiddeling der vak- vereenigingen, in welk bedrag niet is begrepen de eveneens door bemiddeling der vakvereenigingen uitbetaalde bijslag op kas- uitkeeringen; b. f 2.128.370,13 (extra-steun, noodvoorzieningen en waarde brandstofverstrekkingen buiten beschouwing gelaten) niet door bemiddeling der vakvereenigingen. Ten aanzien van het onder a genoemde bedrag van f 2.886.241,20 werd aan het Rijk gedeclareerd f 309.158,72, ten aanzien van het onder b genoemde bedrag van f 2.128.370,13: f 141.140,94. Bij het afdrukken van dit verslag was een defini tieve subsidietoekenning nog niet gevolgd. In zijn vergadering van 4 Januari 1932 stelde de Raad f 45.000,beschikbaar voor verschaffing in 1932 van kleeding, schoeisel, beddegoed e. d. aan gezinnen van in ondersteuning opgenomen werkloozen; dit geschiedde met de bedoeling, dat het Nationaal Crisis-Comité, daartoe in staat gesteld door een Rijksbijdrage, voor hetzelfde doel een gelijk bedrag beschikbaar zou stellen, hetgeen dan ook is geschied. De hulpverleening werd opgedragen aan een subcomité uit het Haagsch Crisis-Comité. Ter voldoening aan een te dezen aanzien gestelde ministerieele voorwaarde werd hierbij de kleedingverstrekking aan werk loozen door Maatschappelijk Hulpbetoon beëindigd. In het jaar 1932 had werkverschaffing en werkverruiming plaats voor geschoolde arbeiders in eigen vak, vermeld onder 1, en voor werkloozen uit andere vakken dan die van het ver schafte werk, vermeld onder 2 t./m. 10 van het op bladz. 11 opgenomen overzicht. De kosten hiervan kwamen geheel voor rekening der Gemeente, behoudens, dat die van de werkverschaf fing in Overijssel en Gelderland opgenomen onder 6 van genoemd overzicht door Rijk en Gemeente werden betaald. Het Gemeentelijk aandeel in de kosten van laatstbedoelde werkverschaffing over 1932 wordt geraamd op f 115.000,waar van aan bijdragen voor loonen f 70.000,Een definitieve ver rekening had bij het afdrukken van het verslag nog niet plaats gehad. VERSLAG WERKLOOSHEIDSVERZEKERING ENZ.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1932 | | pagina 932