41
8
de Capadose-
Van Gemeentewege wordt geen vervolgonderwijs gegeven.
Ouder-
commissiën.
De Commissie voor Veilig Verkeer adviseerde ook dit jaar
weer omtrent het plaatsen van waarschuwingsborden bij de
scholen; verder bracht ze advies uit omtrent wijziging van den
ingang der Bewaarschool aan de Scheepersstraat en het afslui
ten voor het verkeer met voertuigen van de Heilbronstraat een
kwartier vóór den aanvang en na het eindigen van den school
tijd, behalve in de vacanties, welke adviezen door Burgemeester
en Wethouders werden gevolgd.
Tevens houdt de Commissie zich bezig met het samenstellen
van een school film voor het verkeersonderwijs.
In de samenstelling der Commissie kwam in 1932 eenige
wijziging. Ter vervanging van wijlen den heer J. J. Visser, die
van de instelling der Commissie in Januari 1925 af steeds met
veel belangstelling en groote toewijding als voorzitter is werk
zaam geweest, werd de heer Joh. Vorrink, Gemeentelijk Inspec
teur van het Onderwijs, tot voorzitter benoemd. Aan den heer
D. van Staveren werd op zijn verzoek eervol ontslag verleend
als lid der Commissie; in zijn plaats benoemden Burgemeester
en Wethouders Jonkvr. Dr. B. Elias, Directrice van het Museum
voor het Onderwijs en van den Schoolbioscoop.
Aan alle scholen, met uitzondering van die aan
straat 11 (school A), de-Gheynstraat 51. de Hemsterhuisstraat
154, de Hoefkade 99 (school B), den Leyweg 1, den Winterweg 8
en de lager-onderwijs-kopscholen aan de Duinstraat 10 en de
Vlietstraat 10, was een Ouder-Commissie verbonden.
Op 31 December 1932 waren 13 Commissiën tot Wering van
Commissiën
tot wering van Schoolverzuim werkzaam.
schoolverzuim.
Vervolgonder
wijs.
Avondnjjver- Het aantal Avondnijverheidsscholen voor meisjes onderging
heidsonderwjjs. in 1932 geen wijziging.
Op 31 December 1932 bestond het personeel uit 4 directeuren,
2 directrices, 12 mannelijke en 14 vrouwelijke leerkrachten in
vasten dienst en 5 mannelijke en 47 vrouwelijke leerkrachten in
tijdelijken dienst. Als tijdelijke leerkracht werden 12 wacht
gelders werkzaam gesteld.
Ten einde de moeilijkheden, welke sterk bezette klassen bij
het onderwijs in handwerken en koken opleveren, te onder
vangen, werd besloten, om het aantal leerlingen van de klassen
voor het onderwijs in de lager-onderwijsvakken met ingang van
1 October 1932 tot 32 leerlingen per klasse op te voeren en deze
klassen voor het onderwijs in koken en handwerken te splitsen.
Door dezen maatregel ontvangen de leerlingen onderwijs in
VERSLAG LAGER ONDERWIJS.