By lage 1 VERSLAG van hef Gemeentelijk Scheidsgerecht over het jaar 1933. Het Gemeentelijk Scheidsgerecht was over het jaar 1933 Samenstelling, samengesteld als volgt: Mr. J. Plantenga bekleedde de functie van lid-VoorzitterMr. Dr. J. H. R. Sinninghe Damsté die van plaatsvervangend-lid-Voorzitter; beiden waren als zoodanig door den Gemeenteraad benoemd. Als leden gekozen door de hoofden van de takken van Gemeentedienst traden op de heeren Ir. W. C. van Manen en Jhr. Mr. E. C. U. van Doorn en als hun plaatsvervangers de heeren Jhr. Ir. J. Röell, Jhr. Mr. G. W. van der Does, Ir. J. D. Tours en C. J. P. Zaalberg; als leden gekozen door de vakvereeni gingen van ambtenaren en werk lieden, die recht hebben op vertegenwoordiging in de Centrale Commissie van Overleg, de heeren Th. B. V. Dill en L. van Beekum en als hun plaatsvervangers de heeren B. Coltof, C. P. Damme, J. van Seggelen en L. Vermeulen. In het afgeloopen jaar viel het verlies te betreuren van twee leden. Op 7 Januari 1933 overleed de heer L. van Beekum en op 21 Augustus 1933 de heer Ir. W. C. van Manen. In de daardoor ontstane vacatures werden onderscheidenlijk door de vakvereenigingen en de hoofden van de takken van dienst gekozen de heeren B. Coltof en Jhr. Ir. J. Röell. In de vacature van plaatsvervangend-lid, ontstaan door de verkiezing tot lid van den heer Coltof, werd niet voorzien; aanvulling van het aantal plaatsvervangende leden werd door de vakvereeni gingen niet noodig geacht. In de vacature van plaatsvervangend- lid, ontstaan door de verkiezing van Jhr. Röell tot lid, werd voorzien door verkiezing als zoodanig van den heer Ir. J. Lely. Secretaris was Mr. Dr. J. J. Boasson en plaatsvervangend- Secretaris de heeren J. van Wijk, Mr. Dr. J. H. Labberton en Mr. J. Kunst, terwijl de heeren R. J. Nijland, L. J. H. Knijpers

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1933 | | pagina 107