I 8 3 zicht. en onthef fingen. kunnen worden medegedeeld, terwijl het inkomen der vertrokken personen vaststaat. Een en ander kan blijken uit de wijzigingen, die sedert het opmaken van het vorige verslag de vestigingeijfers van het be lastingjaar 1931/32 hebben ondergaan. Het totaal inkomen der gevestigden in dat jaar is gestegen van f 23.750.658,tot f 25.598.504,en het vestigingoversehot van f 4.264.184,tot f 6.112.030,—. Over 1932/33 bedraagt het vestigingoversehot voor zoover thans bekend is f 979.101,dus belangrijk minder dan over 1931/32 bij het opmaken van het verslag. De staten V en VI toonen aan het aantal gevestigde en ver trokken aangeslagenen en hun zuiver inkomen vóór kinder aftrek over de belastingjaren 1931/32 en 1932/33, onderscheiden naar plaats of land van herkomst en vertrek. Uit staat V blijkt, dat het verlies aan inkomen door vertrek naar Rijswijk, Voorburg en Wassenaar in 1931/32 grooter was dan de toeneming door vestiging uit die gemeenten. In 1932/33 bestond dit verlies nog, wat Voorburg en Wasse naar betreft; voor Voorburg was het kleiner dan in 1931/32, doch voor Wassenaar grooter. Uit Rijswijk was in 1932/33 in plaats van verlies een toene ming van inkomen te boeken, ten gevolge van meer vestiging uit dan vertrek naar die gemeente. De vestigingeijfers van staat VI zullen nog wijziging onder gaan, ten gevolge van ten tijde van het opmaken van dit verslag nog niet bekende aanslagen, zoodat het vestigingoversehot voor deze gemeenten gunstiger zal worden, zooals ook bij de staten III en IV werd opgemerkt. Staat VII bevat een algemeen overzicht van verschillende Algemeen over gemiddelde cijfers over de belastingjaren 1922/23 t./m. 1932/33. Het gemiddeld belast zuiver inkomen per inwoner berekend bedroeg in 1931/32 f 948,en in 1932/33 f 829,het gemiddeld zuiver inkomen per aangeslagene resp. f 2.968,en f 2.814,en het gemiddeld geheven percentage van het zuiver inkomen resp. 3,57 en 3,11. Blijkens de door de Rijksadministratie verstrekte gegevens Oninbare posten omtrent de verleende ontheffingen en de oninbare posten van de inkomstenbelasting en van de opcenten op de Gemeentefonds- VERSLAG DER GEMEENTEBELASTINGEN. i

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1933 | | pagina 128