jï
|1
I
1
1
8
8
c.
2) I
10
B.
B. Bedrag der kohieren.
2.
mobilair, belaste waal
Bedrag der belasting in hoofdsom voor de grondslagen 3 tot
en met 7
2)
2)
I
2)
2)
g
c
G. Heffing van R^ksbelastingen te ’s-Gravenhage, met de daarop geheven
Provinciale- en Gemeente-opcenten. Overgenomen uit de Statistiek der R
inkomsten (van 1929 af: Rijksfinanciën) over de jaren 1927, 1928, 1929, 1930 en 11
1. Grondbelasting.
Aantal, oppervlakte en belastbare opbrengst der perceelen.
I
2)
2)
2)
3
3. Inkomstenbelasting.
A. Aantal aangeslagenen en bedrag der inkomens.
I
2)
2)
Totaal der belasting in hoofdsom en de daarop geheven opcenten.
7 '7 '”7 7.7 7 7 1932/33.
Personeele belasting.
A. Aantal perceelen, belast naar de grondslagen huurwaarde en
bedrag der belasting en kinderaftrek.
11
VERSLAG DER GEMEENTEBELASTINGEN.
VERSLAG DER GEMEENTEBELASTINGEN.
Biljarten.
Paarden.
Dienstjaren.
A.
f
Belastbare opbrengst.
a
ca
1932/33.
Opcenten
Leeningfonds 1914. 5)
it-
Hoofdsom.
Opcenten.
Gebouwd
Ongebouwd
f 8.878.490,—
f
f
r
Bedrag.
n
i n
voor de Provincie vervallen.
Huurwaarde (lo grondslag).
Mobilair (20 grondslag).
Dienstjaren.
belasting, i)
f
2) Zonder navorderingen of verhoogingen.
1927
1928
1929
1930
1931
Aantal
belaste
perceelen.
60 670
62 893
64 622
66 506
68 271
Belaste
huurwaarde.
65 905
67 768
68 929
70 405
70 433
Ongebouwde
eigendommen.
3 880
3 956
4 030
4 109
4 293
Aantal
perceelen.
87
97
56
52
10
Gebouwde
eigendommen.
voor de
Gemeente.
Ongebouv
eigendom’
Hoofdsom
na kinder
aftrek.
1927/28
1928/29
1929/30
1930/31
1931/32
Dienst
boden.
Aantal
aange-
slagenen. 2)
125.500
128.942
Motor
rijtuigen.
Pleizier-
vaartuigen.
n
n
r»
n
Aantal
aan ge
slagenen.
voor de
Gemeente.
n
v
Belastbaar
bedrag.
Totaal van
hoofdsom en
alle opcenten.
Dienst
jaren.
Dienst
jaren.
20
20
20
20
20
Belasting
jaren.
voor alle
grondslagen
(10 of 20).
4.636,—
6.876,—
7.586,—
8.236,—
6.883,—
6.508,—
1927
1928
1929
1930
1931 l)
68 237
66 290
70 221
73 959
f4.922,-
„4.921,-
„4.923,-
„4.933,—
„4.881,—
Tol
be.s-s
1 255
1 304
912
939
949
f 779.713,—
797.178,—
822.845,—
833.426,—
766.873,—
763.048,—
extra voor
40 en 50 grondslag
(80).
3.480.167
4.057.150
5.768.860
5.991.365
6.123.597
632.126,—
508.679
527.717,—
543.217.—
f
8.633.879,—
9.013.663,-
9.324.606,—
9.168.475,—
9.145.395,
voor de
Provincie.
5
Bedrag. c Bedrag.
131.056,—
136.060
148.667,—
146.792,—
f 790.939,—
706.584,—
737.824,—
764.808,—
n
n
voor de
Provincie. 5)
(20).
112 945
91 789
96 594
101 230
f 410.312
410.47cf
409.60? j
411.233
406.79‘lJfc
28 404; 28 486
29 169 29 252
30 024 30118
30 859,30 893
-ö
f 3.954.692,—
3,532.920,—
3.689.120,—
3.824.041,—
3.976.178,—
3.990.864,—
613
1.002
1.190
1.129
1.114
139.216
140.954
1.292,—
42
I voor de
I Provincie.
f 198.926,—
202.976,—
219.471,—
208.612,— I
216.719,— I
174.262,—
3-921,
Gebouwde
eigendommen.
Aantal
onbelastbare I
perceelen. j
f 3.238.228,—
2.769.558,—
2.899.682,—
3.032.933,—
2.848.838,—
2.920.509,—
Gemiddeld
inkomen
per
aange-
1927
1928
1929
1930
1931 3)
1932 4)
Aantal
aanslagen.
Aantal
belaste
I perceelen.
20
20
20
20
20
1927
1928
1929
1930
1931 2)
1932 3)
20 f305.145,—
20 „319.318,—
„331.581.-
„346.029.-
„358.791,—
00
16
86
06
98
voor de
Gemeente.
f 58.804.600,—
59.774.200,—
61.878.400,—
62.957.600,—
f 2 78.7331
263.233,1
278.0911
290.013.1
Vermindering I
bedrag der bei»
voor de grond*
1 en 2 te zad
ingevolge art I
wet (kinderaft I
6 617
6 617 j
6 617
6618
6617
Gebouwd en
ongebouwd
Leeningfonds
1914.
n
1.774”
89,—
f 31.043.693,—
32.594.735,—
33.994.139,—
35.332.261,—
36.741.288,—
f310.068,-:
„824.239,-1 au
3.36.504. 20
„371.963,-20
„363.673,- 20
Belaste waarde Bedrag der
van het mobilair. hAUatina i
j Oppervlakte der i
gebouwde
en ongebouwde
eigendommen
1 ha
Aantal
onbelastbare
perceelen.
Bedrag der
belasting. 1)
Natuurlijke personen binnen het Rijk
wonende.
f 3.017
3.040
3.090
3.058
2.970
5
Bedrag, c Bedrag.
Aantal
perceelen. j
f 47.276.351,—
47.724.222,—
50.111.293,—
52.459.028,—
Niet binnen het Rijk
wonende of gevestigde
belastingplichtigen.
80 f 1.220.581,— 20
80 „1.277.270,— 20
80 „1.326.323,— 20
80 „1,884.117,-1 20
80 „1.435.167,-1 20
f 3.369.677,—
3.749.636,—
3.910.334,—
4.045.747,—
5.189.231,—
5.154.400,—
En van vorige belastingjaren vallende onder het boekingstydvak 1931/32.
1932/33.
18
19
10
11 3)
12 4)
i) De hieronder genoemde cijfers omvatten de geheele onzuivere opbrengst, d.w.z. voor aanslagen over een gedeelte
jj* Óver" 19^enT92T^^Ï en 1930 90-130 en over 1931 en 1932 50—170 opcenten.
JI T?v> V.^1^kot Vcrxnb-ir>rra+ii/Ixrat 1QQ1/R9
S) 1
f 112.905,— f 4.299,—
119.427,—
120.218,—
115.300,—
108.373,—
105.449,—
i) Van 1931 af na kinderaftrek.
Z) Cijfers niet bekend.
En van vorige belastingjaren vallende onder het boekingstjjdvak 1931/32.
r 1932/33.
Bedrag der
vastgestelde
zuivere inkomens
vóór den
kinderaftrek. 2) slagene. 2)
4.177,-
3.803,—
3.748,—
5.126,—
4.259,—
1) Alle bedragen van 1927 t./m. 1930 herleid tot voljaarsaanslagen.
f 24.612,—
24.606,-
24617,—
24.667,-.
1.793.959,— 24 405,-
I) Van 1931 af wordt 3/< van de hoofdsom aan de Gemeente uitgekeerd.
f 18.540,—
19.315,—
I 18.550,—
i 17.630,—
16.883,—
I 16.620,—
f 378.583.519
391.981.627 I
134.237 414.779.497 j
425.739.564
418.582.222')
i) 1931/32 volgens opgaven van het Centraal Bureau voor de Statistiek.
„4.933,— 3.84?.]
„4.881„3.98/J
26 974 27807 fl.525.727,-
oujAil nl.596.588,-
1.657.903,-
„1.730.145,-
1!
Hoo' II
en lil
o pc
—1
f4.922,— fS.SSM
„4.921,—3.551-- - - -v - -
„4.923,—3.65 'aa et Jaar de bedragen berekend naar het tijdvak van aanslag.
3) Én van vorige belastingjaren vallende onder het boekingstijdvak 1931/32.
Met ingang van 1 Januari 1931 zyn de opcenten voor het Leeningfonds 1914 en