10 a. Wijn. b. Advocaat. c. Bier. 2. Az|jn. 3. Brood. III. MEDEDEELINGEN OMTRENT DE BEVINDINGEN BIJ HET TOEZICHT 01’ WAREN. 1. Alcoholhou dende dranken, uit over Bordeaux-wijnen Het onderzoek van wijn strekte zich dit jaar hoofdzakelijk en portwijnen. Vreemde kleurstoffen werden daarin niet aangetroffen, wel conserveermiddelen. Een partij Claret werd in beslag genomen, omdat zij een aanzienlijke hoeveelheid benzoëzuur bevatte. Diverse partijen portwijn ble ken o.a. op grond van een te laag alcoholgehalte niet op deze aanduiding aanspraak te kunnen maken en zijn afgekeurd. Een Bourgogne (Pommard) en een Bordeauxwijn (St. Ju lien) bleken niet de kenmerkende eigenschappen te hebben van den wijn als hoedanig zij werden aangeboden, zoodat de ver koop verboden is. Een partij „Graves” bleek bij het degustatieve onderzoek een kunstproduct te zijn en bevatte een kunstmatige zoetstof, be nevens salicylzuur. De partij is in beslag genomen. Afgekeurd zijn 319 flessehen wijn. Vele vruchtenwijnen bestonden hoofdzakelijk uit vergiste suikeroplossingen, omdat zij onbeduidende hoeveelheden vergist vruchtensap bevatten. Een partij advocaat is met instemming van den bereider afgekeurd, omdat zij verzuurd bleek te zijn en dus ondeugdelijk. Eenige partijen bier van Duitsche herkomst bevatten aan merkelijke hoeveelheden salicylzuur. De partijen zijn naar de Duitsche brouwerij teruggezonden, ten einde de Nederlandsche afnemers de gelegenheid te geven, den betaalden accijns terug te krijgen. De nieuwe partijen waren vrij van conserveer middelen. Ook dit jaar werd nog herhaaldelijk azijn aangetroffen met een te laag gehalte aan azijnzuur. Gewoonlijk wordt dergelijke azijn aangetroffen bij winkeliers, die deze azijn bereiden döor azijnessence te verdunnen met water. De ondeugdelijke voor raden zijn opgeruimd, evenals azijn, welke azijnaaltjes in een aanmerkelijke hoeveelheid bevatte. Van de in den handel aangetroffen vruchtenazijn is het ge halte aan acetylmethylcarbinol quantitatief bepaald. Deze hoe veelheid, uitgedrukt als nikkeldimethylglyoxim, schommelde tusschen 6 en 260 mgr per 100 cm3, wel een bewijs, dat deze pro ducten niet alle als deugdelijk zijn aan te merken. Slechts uit 5 der negentien monsters werd een hoeveelheid nikkeldimethyl glyoxim verkregen grooter dan 50 mgr per 100 cm3. De inspecties van broodbakkerijen en broodwinkels hebben regelmatig plaats gevonden; daarbij wordt door de keurmeesters een monster van den aanwezigen voorraad brood genomen, in- 10 VERSLAG VAN DEN KEURINGSDIENST VAN WAREN.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1933 | | pagina 158