10 33 Het aandeel van het Rijk in de rente en afschrijving (onder scheidenlijk f 3.924,76 en f 1.133,05) van de uitbreidingskosten van den dienst is begrepen in de in artikel VI van de Baten der Bedrijfsrekening opgenomen Rijksbijdrage. De dienst beschikt over 10 rijwielen. Voor onderhoud en reparatie dezer rijwielen was een bedrag van f 46,38 noodig, hetwelk op „Onderhoudskosten” is geboekt. De bijdragen in de kosten van den dienst worden gestort, nadat de begrooting voor het loopende dienstjaar door Gedepu teerde Staten van Zuid-Holland is goedgekeurd en aan de Be sturen der aangesloten gemeenten mededeeling is gedaan van het bedrag, hetwelk als bijdrage verschuldigd is. De goedkeuring voor 1933 werd eerst op 1 Augustus 1933 ver kregen. Ten einde over voldoende kasmiddelen te beschikken, moest eenige malen geld worden opgenomen. Een en ander had ten gevolge, dat het bedrag, voor art. VII der Baten „Rente van kasgeld” geraamd, f 461,49 beneden de raming bleef. Bij een totaal der kosten over 1933, groot f 109.561,39, en een aantal inwoners op 31 December 1931, groot 689.608, bedragen de kosten per inwoner over het jaar 1933 15,9 cent. Worden de rente en afschrijving van het gebouw en den in ventaris (stichtingskapitaal en uitbreidingskosten) buiten be schouwing gelaten, dan bedragen de overblijvende kosten over 1933 f 109.561,39 verminderd met f 19.228,65, is f 90.332,74 of per inwoner per jaar 13,1 cent. VERSLAG VAN DEN KEURINGSDIENST VAN WAREN.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1933 | | pagina 180