12
2
181
TOESTAND DER WERKEN.
III.
Regenval.
Grondwater
standen.
144
7
12
18
27
78
54
25
II. PERSONEEL.
Het personeel bij de Duinwaterleiding was op 31 December
aldus samengesteld:
Ambtenaren:
a. in vasten dienst:
Directeur en technisch personeel
Administrateur en administratief personeel
Inspecteurs, controleurs, meteropnemers en bedienend
personeel
b. in tijdelijken dienst
a. Water vang.
De neerslag bedroeg gedurende het verslagjaar 570,5 mm (in
1932 729,8 mm); het gemiddelde der in de laatste 27 jaren aan
het Pompstation gemeten re genhoeveelheden is 734,5 mm.
De droogste maand was December met 9,6 mm, de natste
October met 89,7 mm; het maximum binnen een etmaal was dit
jaar 24,8 mm nl. op 28 October.
Van het totaal in 1933 viel in de achtereenvolgende kalender
kwartalen: 18,1, 23,9, 29,7 en 28,3 (vorig jaar: 10,6, 18,8, 27,2
en 43,4
In meer dan één opzicht zijn derhalve de regencijfers ge
durende het verslagjaar aanmerkelijk minder gunstig geweest
voor den watervang dan over 1932.
Daaruit is te verklaren, dat, volgens de maandelijksche waar
nemingen in 62 peilputten (welke nl. niet onder invloed stonden
van bijzondere omstandigheden), het gemiddelde der grond
waterstanden op 1 Januari 1934 48,6 cm lager was dan een jaar
te voren (tegenover een stijging van 13,8 cm van het gemiddelde
der grondwaterstanden in dezelfde 62 peilputten op 1 Januari
1933 vergeleken met dat op 1 Januari 1932).
184
Bovendien was 1 persoon bij het bedrijf te werk gesteld op
arbeidscontract.
Werklieden:
in vasten dienst
in tijdelijken dienst
in lossen dienst.
jongmaatjes
VERSLAG DER DUINWATERLEIDING.