14 banken. door het aanleggen van een ruiterpad in Duinzicht III, van Cremerweg naar Promenade, langs Kanaalweg, Doornstraat en Nieboerweg en in de Westduinen met onderscheidenlijk 7.095 m en 14.190 m2, zoodat op 31 December 1933 de lengte der ruiter paden bedroeg 11.085 m met eene oppervlakte van 22.652 m2. Het onderhoud van de langs de afzonderlijk gelegen wandel- Plantsoen- paden staande zitbanken geschiedde in eigen beheer. Ook ge- banken, durende dit verslagjaar werd het verfwerk van dat gedeelte der banken, hetwelk vroeger door bemiddeling van de Directie der Gemeentewerken werd uitgevoerd, door den Plantsoendienst zelf verzorgd. In eigen beheer werden tevens nieuwe zitbanken van ver schillend model aangemaakt en geplaatst als volgt: in het Zui- derpark 17 en in het park der buitenplaats „Ockenburgh” 10; in de Boschjes van Pex 5 en op „Overvoorde” 20 stuks. Op 31 December 1933 waren aanwezig 562 banken. Slechts op 31 Juli, 1 Augustus en 11 October was het storm- Stormschade, weer, waardoor verscheidene boomen met stamdoorsnede van 30 tot 70 cm moesten vallen. Van een aantal hoornen werden takken af gerukt en vele werden min of meer ernstig beschadigd. De uit een en ander voortvloeiende kosten bedroegen in het afgeloopen jaar f 1.769,28; zonder extra-credietverleening kon genoemd bedrag worden bestreden uit de voor de gewone onder houdswerken beschikbare gelden. Het begin van het jaar 1933 bracht eenige dagen met zeer Plantengroei, lage temperatuur. In het voorjaar werd echter weinig vorst- schade opgemerkt. Evenals in voorgaande jaren brachten Mei en Juni droogte en Oostenwind, waardoor het uitgeplante plantsoen veel schade ondervond en tamelijk slecht aansloeg. In de enten trad veel bladluisbeschadiging op en door de onnatuurlijke warme dagen stierven vele pas veredelde planten af. Door de regendagen in het einde van Juni werden vele houtgewassen gered. Juli en Augustus waren weder zeer warm, echter trad in het midden van Augustus groeizaam weder in en gaven Sep tember en de eerste helft van October heerlijk zomerweer. Die planten, welke in Mei en Juni niet al te veel geleden hadden, ondervonden verder geen schade en gaven een zeer bevredigend gewas. Einde October en begin November brachten storm en regen, waarna reeds spoedig strenge vorst inviel, ten gevolge waarvan vele houtgewassen schade leden, daar het gewas nog onvol doende was afgehard. In de Westduinen werd groote schade ondervonden door konijnenvraat. De verdelging werd krachtig ter hand genomen. VERSLAG GEMEENTEPLANTSOENEN. i

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1933 | | pagina 269