15
5
schade
vergoedingen.
Onder het hiervoren vermelde aantal ziektegevallen en ziekte- Ongevallen,
dagen zijn begrepen 110 (143) ongevallen met 83O'/2 (1532) dagen.
3 (3) werklieden hebben een vaste rente ingevolge de Ongeval
lenwet.
Aan ziekengeld, waaronder uitkeeringen wegens ongevallen, Ziekengeld,
werd in 1933 betaald f 68.865,02 (f 67.946,56)aan ziekengeld premie
(Raad van Arbeid) f 303,62 (f 1.202,06). Hiervan is terugontvan
gen aan uitkeeringen van de Rijksverzekeringsbank f 5.366,72
(f 8.109,84), zoodat de kosten voor de Gemeente hebben bedra
gen f 63.801,92 (f 61.038,78).
Aan 3 (1) ambtenaren en 12 (12) werklieden werd wegens Belooningen.
25-jarigen dienst een eervolle vermelding met gratificatie toe
gekend.
In het geheel moest aan werklieden 27 (89) maal straf wor- Straffen en
den opgelegd. De straffen bestonden uit 25 (38) boeten beneden
f 0,26 en 2 (7) boeten van f 0,26 of hooger. Het totaal bedrag der
opgelegde boeten was f 6,70 (f 15,66). Bovendien werd 18 maal
een voorwaardelijke straf opgelegd t.w. 11 maal een boete van
minder dan f 0,26 en 7 maal een boete van f 0,26 of hooger.
Schadevergoeding werd opgelegd aan 7 (5) werklieden tot
een gezamenlijk bedrag van f 3,50 (f 5,50).
In 1933 werd geen beroep op het Scheidsgerecht ingesteld.
De Ambtenaren- en Werklieden-dienstcommissie vergaderde Dienstcommissie,
in 1933 2 (2) maal.
ALGEMEENE BESCHOUWINGEN.
Nu de omzetting van den dienst in al zijn geledingen haar
beslag heeft gekregen en gezegd mag worden, dat ieder onder
deel tot tevredenheid functionneert, terwijl verder in dit jaar
zich geen bijzondere gebeurtenissen hebben voorgedaan, zou de
bloote vermelding hiervan voldoende zijn, ware het niet, dat in
het afgeloopen jaar in nog grootere mate dan in het voorgaande
rekening moest worden gehouden met de steeds moeilijker ge
worden omstandigheden, waarin ook onze gemeente kwam te
verkeeren.
Hierbij zag ondergeteekende zich evenwel gesteld voor het
feit, dat de uitgaven van den dienst voor een belangrijk deel
bestaan uit vaste uitgaven nl. rente en aflossing van kapitaal,
alsmede uit de vergoeding aan de V.A.M., uitgaven alzoo,
waarop niet valt te bezuinigen. Daarbij namen de afvalstoffen
voortdurend toe, dit jaar met 5 in gewicht en volume, terwijl
ook het straatoppervlak met 235.000 m2 vermeerderde.
Met deze enkele feiten moge aangetoond zijn, dat slechts van
versobering en daardoor bezuiniging sprake kan zijn bij het
VERSLAG GEMEENTELIJKE REINIGINGSDIENST.