16
4
II. STADSONTWIKKELING.
Uitbreidingsplan
„Rustenburg-
Oostbroek”.
1. Uitbreidingsplannen enz.
In aansluiting aan het vermelde in het verslag over 1932 kan
worden medegedeeld, dat de Raad zich in de vergadering van
16 Januari 1933 (Bijlage No. 8) vereenigde met het voorstel tot
herziening van het uitbreidingsplan „RustenburgOostbroek”,
waarbij het terrein aan de Loenenschestraat Nigtevechtsche-
straat het Blaricumscheplein en de Vreelandsehestraat, oor
spronkelijk bestemd voor schoolterrein, voor woningbouw werd
aangewezen. Dit gewijzigd plan werd door Gedeputeerde Staten
goedgekeurd bij besluit van 24 Mei 1933, G. S. No. 261, waarna
dit van 20 Juni 1933 af ter inzage werd gelegd op de Gemeente
secretarie.
Bij schrijven van 16 Januari 1933 werd aan Burgemeester en
Wethouders voorgesteld het uitbreidingsplan te wijzigen en de
bebouwingsverordeningen vast te stellen voor de bebouwing der
terreinen aan de Soestdijksehekade en Vreeswijkstraat. Dit ge-
wijzigd ontwerp werd op de Secretarie ter inzage gelegd van
30 Maart tot en met 26 April 1933. In zijn vergadering van 15 Mei
1933 (Bijlage No. 282) vereenigde de Raad zich met dit voorstel,
waarna dit wederom ter visie werd gelegd van 18 tot en met
31 Mei 1933. Bedoelde wijziging werd door Gedeputeerde Staten
goedgekeurd bij besluit van 27 Juni/11 Juli 1933, G. S. No. 447/2
en op de Secretarie ter inzage gelegd van 24 Juli 1933 af.
In verband met de wenschelijkheid eenige rooilijnwijzigin
gen aan te brengen in dit uitbreidingsplan, werd door Burge
meester en Wethouders bij schrijven van 29 September 1933
goedkeuring hierop gevraagd aan Gedeputeerde Staten. Bij
besluit van 24 October 1933, G. S. No. 235 werd de goedkeuring
verleend, waarna dit gewijzigd plan op de Secretarie ter inzage
werd gelegd van 14 November 1933 af.
Nadat gebleken was, dat eenige terreinen in het uitbreidings
plan niet meer gereserveerd behoefden te blijven voor onderwijs
doeleinden, werd aan Burgemeester en Wethouders voorgesteld
deze terreinen, gelegen aan de ElspeetstraatMaarseveensche-
straat en Zuiderparklaan voor woningbouw te bestemmen. In
verband hiermede was wijziging van het uitbreidingsplan
noodig. Een desbetreffend voorstel werd aan Burgemeester en
Wethouders ingediend bij schrijven van 5 December 1933. Aan
het einde van het verslagjaar was deze wijziging nog niet tot
stand gekomen.
VERSLAG STADSONTWIKKELING EN VOLKSHUISVESTING.
A. STADSUITBREIDING.