16
6
Uitbreidingsplan
,,’s-Graven-
hage-West”.
In zijn vergadering van 15 Mei 1933 (Bijlage No. 281) ver-
eenigde de Raad zich met de voorgestelde wijziging en werd dit
ontwerp wederom ter visie gelegd op de Secretarie van 18 tot
en met 31 Mei 1933. Door Gedeputeerde Staten werd dit her-
zieningsplan goedgekeurd bij besluit van 27 Juni/4 Juli 1933,
G. S. No. 115, waarna liet vastgesteld plan op de Gemeente
secretarie ter inzage werd gelegd van 24 Juli 1933 af.
Op 12 Augustus 1933 werd aan Burgemeester en Wethouders
voorgesteld artikel 6 der bebouwingsverordening voor uitbrei
dingsplan Moerweg te wijzigen in dier voege, dat in plaats van
een verdieping meer een verdieping minder zal kunnen w’orden
geëischt, c.q. door een kapverdieping zal kunnen worden ver
vangen; voorts een wijziging der bebouwingsverordening, ten
einde een uniforme bebouwing te verkrijgen rondom het schooi
en speelterrein. Aan het einde van het verslagjaar was hierop
nog geen beslissing genomen.
Bij gemeenschappelijk schrijven met den Directeur van het
Gemeentelijk Bouw’- en Woningtoezicht van 12 Augustus 1933
werd aan Burgemeester en Wethouders voorgesteld een plan
voor de vaststelling van voor-, achter- en zijgevelrooilijnen in
dit uitbreidingsplan. Een desbetreffend voorstel heeft den Raad
nog niet bereikt.
Voorts werd bij schrijven van 1 November 1933 aan Burge
meester en Wethouders voorgesteld de terreinen bestemd voor
schoolbouw in het uitbreidingsplan te beperken en de vrij-
komende terreinen voor bouwgrond te bestemmen en in ver
band hiermede het uitbreidingsplan te wijzigen.
Aan het einde van het verslagjaar was hieromtrent nog geen
beslissing genomen.
In verband met een verzoek van de desbetreffende Bouw-
grond-Maatschappij om het terrein, begrensd door de Appel-
straatSinaasappelstraat en Amandelstraat te bestemmen voor
gesloten bebouwing (woningen en winkels) in plaats van voor
een openbaar gebouw, was het noodzakelijk het uitbreidings
plan ,,’s-Gravenhage-West” te wijzigen. Het ontwerp hiervoor
werd op de Secretarie ter inzage gelegd van 17 Februari tot en
met 16 Maart 1933. In zijn vergadering van 10 April 1933 (Bij
lage No. 235) vereenigde de Raad zich met deze wijziging. Door
Gedeputeerde Staten werd deze herziening goedgekeurd bij be
sluit van 13 September 1933, G. S. No. 91, waarna het uitbrei
dingsplan wederom op de Secretarie ter inzage werd gelegd
van 28 September 1933 af.
Aangezien het gewenscht was om aan de Noordzijde van de
Tramstraat (L.) een meer economische bebouwing mogelijk te
VERSLAG STADSONTWIKKELING EN VOLKSHUISVESTING.