16 7 maken, terwijl zulks ook uit een verkeersoogpunt noodig was, werd door Burgemeester en Wethouders bij schrijven van 7 April 1933 goedkeuring van deze wijziging van het uitbrei dingsplan aan Gedeputeerde Staten gevraagd. Bij besluit van 9 Mei 1933, G.S. No. 244, werd de gevraagde goedkeuring ver leend. Ter verkrijging van een grootere bouwdiepte voor de met het front naar de Citroenstraat te bouwen perceelen werd door den desbetreffenden bouwondernemer verzocht de voortuinen, in plaats van 6 m, 4 m diep te maken, in verband waarmede een wijziging van het uitbreidingsplan noodig was. Aan het einde van het verslagjaar was deze wijziging nog niet tot stand gekomen. In verband met het gereed komen van den straataanleg in het gedeelte van het uitbreidingsplan West, aansluitende aan de bestaande stadswijken en gelegen ten zuiden van de Balse- mienlaan en ten oosten van den Muurbloemweg en Palestrina- weg, was het gewenscht tot herziening van het uitbreidingsplan over te gaan en voor deze terreinen een meer gedetailleerde regeling vast te stellen. Een 2-tal verordeningen werd hiervoor ontworpen. Dit plan tot herziening werd van 17 Augustus tot en met 13 September 1933 op de Secretarie ter inzage gelegd. Onder Bijlage No. 553 van 1933 verscheen een voorstel aan den Raad. Behandeling van dit voorstel heeft in dit verslagjaar niet plaats gevonden. Nadat de Gemeenteraad in zijn vergadering van 5 Januari Uitbreidingsplan 1931 (Bijlage No. 808 van 1930) had besloten den grond tusschen „Nieboerweg”. den Nieboerweg en de Tholenschestraat te bestemmen voor open bebouwing, heeft nadere overweging Burgemeester en Wethouders tot het inzicht geleid, dat het onder de tegen woordige tijdsomstandigheden niet wel mogelijk zal zijn ter reinen ter plaatse voor villabouw uit te geven, in verband waarmede een plan is ontworpen met een meer bescheiden bebouwing van hoofdzakelijk kleine eengezinshuizen. Dit ont werp, met de bijbehoorende bebouwingsverordeningen, werd op de Secretarie ter inzage gelegd van 22 April tot en met 19 Mei 1933. In zijn vergadering van 29 Mei 1933 (Bijlage No. 330) vereenigde de Raad zich met dit voorstel, waarna wederom ter visie-legging heeft plaats gevonden van 1 tot en met 14 Juni 1933. Door de Commissie van Advies voor de Uitbreidings plannen werden eenige bezwaren tegen dit plan geopperd, welke door Burgemeester en Wethouders bij schrijven van 28 Novem ber 1933 werden weerlegd. Aan het einde van het verslagjaar VERSLAG STADSONTWIKKELING EN VOLKSHUISVESTING.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1933 | | pagina 327