18 op: beide factoren, waaraan het genoemde ongunstig resultaat is toe te schrijven. Met zoo straf moge lijke hand werd overigens vastgehouden aan de verplichting tot betaling der bijdragen, doch waar vol doende inkomsten zelfs voor de eerste levensbehoeften ontbre ken, is het handhaven dier verplichting een onmogelijkheid. Onder die omstandigheden een gezin uit de Stichting te ver wijderen, is een remedie, die erger is dan de kwaal en in strijd met het doel der Stichting. Zoo moest met enkele gezinnen groote consideratie gebruikt worden. De bijdrage-schuld, inclusief glaspremie, op ,31 December 1933 groot f 1.914,85, is wederom uitsluitend te wijten aan financieel onvermogen tot betalen. Achtereenvolgens bedroeg deze schuld Door derving van bijdragen wegens leegstaande woningen is als verlies geleden: Uit het volgend overzicht blijkt het verloop der bjjdrage- inning over 1933 in vergelijking met de voorafgaande 6 jaren: Als oninbaar moest, om dezelfde redenen als bovenvermeld, worden afgeschreven STICHTING CONTRÓLEWONINGEN. f 1932 1933 1927 1928 1929 6,04 2,50 15,90 Percentage van het totaal bedrag der bijdragen. 4,03 1,80 26,08 3,79 2,14 5,78 2,57 14,80 8,60 2,86 13,05 1932. 843,55 799,05 905,70 1.127,35 1.286,70 I Ml 1,50 j 20,91 15,45 f 6.626,15 4.684,25 3.441,20 3.297,15 2.905,60 1933. 1' 1.286,70 1.366,85 1.474,35 1.757,95 1.914,85 Bijdrage-schuld aan het einde van het jaar Oninbaar in den loop van het jaar Derving wegens leegstaan. 3,50 I 0,97 I 19,88 i f 456,85 334,55 476,65 573,05 637,30 in 1929 1931) 1931 1932 1933 1931. 1 Januarif 988,75 1 April928,40 1 Juli968,60 1 October813,15 31 December843,55 in 1929 1930 1931 1932 1933 1930 1931

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1933 | | pagina 426