J 41 veeziekten. W oningvoor- raad enz. en Vereenigings- woningen. HOOFDSTUK VIII. VOLKSHUISVESTING. Het totaal aantal woningen bedroeg op 31 December 127 794; het cijfer voor de verhouding tusschen het aantal inwoners en het aantal woningen was op dien datum 3,67. In October stonden in de Gemeente 7 069 woningen (5,60 pCt.) leeg. Er was in het ver slagjaar, als gevolg van overproductie van woningen, een ruime woningmarkt, behalve in de huurklassen van f 4,per week tot f 350,— per jaar, waarin de productie van nieuwe woningen nog onvoldoende was te achten. Door slooping vervielen 128, door verbouw 360 en door ontruiming na onbewoonbaarverkla- ring 91 woningen. Nadere gegevens omtrent een en ander zijn vermeld in het verslag van het Gemeentelijk Bouw- en Woningtoezicht (bijlage 22) en in bijlage VII van de aflevering van December 1933 der Maandcijfers van het Gemeentelijk Statistisch Bureau. [Zie ook bladz. 64 van het verslag van den Dienst der Stads ontwikkeling en Volkshuisvesting (bijlage 16).] Op 31 December 1933 bedroeg het aantal door de Gemeente Gemeente- in het belang der volkshuisvesting gebouwde en aangekochte woningen 7 729; bovendien werden 281 oude woningen door de Gemeente geëxploiteerd. Het aantal woningen gebouwd door toegelaten vereenigingen en stichtingen was 6 459. Voor verdere gegevens hieromtrent wordt verwezen onder scheidenlijk naar het verslag van de Stichting „Centraal Wo- ningbeheer” (bijlage 17) en dat van den Dienst der Stadsontwik keling en Volkshuisvesting (bijlage 16). Bij Raadsbesluiten van 6 Februari, 10 April, 25 September en 16 October werden huurprijzen vastgesteld voor door de Gemeente gebouwde, aangekochte of onteigende woningen, ter wijl bij besluiten van 24 April en 16 October de huurprijzen van verscheidene woningen en winkelwoningen werden verlaagd. behandelde aanvragen in verband met de Hinderwet bedroeg 313; verleend werden 263 vergunningen. Bijzonderheden hieromtrent treft men aan in het verslag van genoemden Dienst (bijlage 22). De Raad besloot den lOden April tot wijziging der Verorde ningen krachtens art. 4 onder le en 2e der Hinderwet. Aangifte werd gedaan van 48 gevallen van mond- en klauw- Besmet telüke zeer, 1 geval van miltvuur en 1 van rotkreupel bij schapen, waartegen op last van den Inspecteur van den veeartsenijkun- digen dienst de vereisehte maatregelen werden genomen. Voor de besmettelijke veeziekten, welke door den keuringsdienst van het Openbaar Slachthuis zijn waargenomen, wordt verwezen naar bladz. 8 van het verslag van dit Bedrijf (bijlage 11).

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1933 | | pagina 45