Bijlage 26 A. HAVENDIENST. I. PERSONEEL. van het verslagjaar waren 49 personen aan verbonden, waarvan 46 in vasten en 3 in VERSLAG omtrent den Gemeentelijken Dienst van Haven- en Marktwezen te ’s-Gravenhage over het dienstjaar 1933. Aan het einde den Havendienst tijdelijken dienst. De gezondheidstoestand van dat personeel gedurende het verslagjaar was gunstiger dan in het voorgaande jaar. Het aan tal ziektedagen was 452 tegen 505 in 1932. Voor het personeel in algemeenen dienst was het aantal ziektedagen bijna 3,9 van het aantal werkdagen, voor het personeel der Visschershaven 0,5 en voor dat der binnenvaart ruim 2,4 Voor 1932 waren deze cijfers respectievelijk bijna 2/2 1,7 en ruim 3,9 Het totaal uitbetaalde ziekengeld bedroeg f 2.416,06. Evenals gedurende de voorgaande jaren werd de dienst van de havengaarders bij verlof of ziekte waargenomen door den De Commissie van Bijstand voor den Havendienst, het Markt- Commissie van wezen en het Levensmiddelenvraagstuk bestond tot den aanvang Bijstand, van November uit de heeren J. K. W. F. van Bommel, L. P. van Hameien, Q. A. Nederpel, J. J. de Niet, M. van Steenbergen en C. M. Swiebel, onder voorzitterschap van den Wethouder voor de Gemeentebedrijven, den heer F. N. V. Quant. In de vacature, ontstaan door de ontslagneming van den heer Nederpel als lid van den Gemeenteraad, was aan het einde van het verslagjaar nog niet voorzien.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1933 | | pagina 533