26
11
schade toegebraeht aan de Gemeentelijke havenwerken, waar
van 11 maal in de le binnenhaven en de binnenvoorhaven, 4 maal
in de doorvaart van de le naar de 2de binnenhaven en 5 maal
in de 2de binnenhaven.
Van de gemaakte schade werd proces-verbaal opgemaakt,
welke processen-verbaal werden doorgezonden naar den dienst
der Gemeentewerken, die voor de verdere afwikkeling zorg
droeg. De kosten voor herstel der aangebrachte schade werden
in 18 gevallen reeds door de desbetreffende reederijen voldaan.
Ten laste van het dienstjaar 1931 en 1932 loopen nog respec
tievelijk 3 en 4 dergelijke posten, die onvoldaan zijn.
Het aantal gehellingde vaartuigen bedroeg 273, zijnde 20 Sleephellingen.
vaartuigen meer dan in het voorgaande jaar. Van dit aantal
werden 22 vaartuigen geballast en 251 ledig opgehaald. 158 vaar
tuigen werden 1 maal, 106 2 maal, 6 3 maal en 3 4 maal in
het verslagjaar gehellingd.
Evenals in vorige jaren werd naar aanvulling van werk
zaamheden gezocht buiten het visscherijbedrijf, ten einde, toen
de vloot in zee was, het personeel loonend werk te verschaffen.
De ontvangsten aan havengelden bedroegen voor het verslag- Havengeld,
jaar in totaal f 18.948,78, t.w. aan havengeld per reis en per
abonnement respectievelijk f 1.126,67 en f 17.822,11, terwijl aan
vervolgingskosten werd geboekt een bedrag van f 0,25.
Voorts werd aan havengeld over vorige dienstjaren nog ont
vangen f 31,78, t.w. over 1927 f 24,64 en over 1928 f 7,14.
De netto-ontvangsten bedroegen over 1932, met inbegrip van
een navordering ad f 2,68, in totaal f 18.706,71.
Er kwamen 1319 aanvragen in voor uitgifte van duinwater Duinwater,
aan de le binnenhaven, aan welke aanvragen tot een totaal
van 5.270.700 1 werd voldaan. Aan de 2de binnenhaven werd
aan 503 aanvragers 2.980.100 1 verstrekt. In totaal werd dus
aan vaartuigen 8.250.800 1 duinwater uitgegeven. Bovendien
werd aan aangesloten gebouwen en het baggermateriaal 847.000 1
geleverd. Het verschuldigde bedrag ad f 3.590,72 werd ontvangen,
benevens een bedrag ad f 35,20 wegens meterhuur.
Als gevolg van een grooten aanvoer, doch van een klein Kadegeld.
afzetgebied, werden belangrijke hoeveelheden haring op de ter
reinen langs de havens opgetierd. Ook het keuren van de haring,
dat, zooals reeds is vermeld, moest geschieden vóórdat dit arti
kel in de „Stichting van de Nederlandsehe Haringvisscherij” kon
worden ingebracht, was oorzaak, dat de partijen haring langer
dan anders op de haventerreinen bleven liggen, hetgeen mede
tot gevolg had, dat kadegeld verschuldigd was. Het verschul
digde bedrag ad f 1.086,40 werd geïnd.
VERSLAG GEM. DIENST VAN HAVEN- EN MARKTWEZEN.