32 4 Afschrijving. Controle. 230.800,25 8 452 f Wijziging van het Bank- reglement. Opheffing Bijkantoor. Leeningen op onderpand. a. tegen ander onderpand dan effecten b. met effecten als onderpand Totaal Deze cijfers waren voor 1932: a. b. b. Meer Minder 1 1 116 522 13 116 535 Totaal en wijzen dus een verschil aan van: meer dan in 1932. 8 452 f 1.399.224,50 1.435 f 1.400.659,50 Bovendien zijn de Lasten nog verzwaard met een vijfde ge deelte van het in 1932 alsnog gereserveerde bedrag wegens waardevermindering der winkelgoederen, alsmede met het be drag waarop die goederen thans wederom lager moesten worden getaxeerd. Het ontstane nadeelig saldo is dan ook aanmerkelijk hooger dan waarop bij de begrooting was gerekend. In den vorenbedoelden teruggang der pandbeleening, voor het overgroote deel een gevolg van het terugdringen der „week- beleeningen” en mitsdien van blijvenden aard, werd aan leiding gevonden tot verdere inkrimping van het aantal Bij kantoren. Einde December werd Bijkantoor D, Jan-van-Gojen- straat, opgeheven. In verband met de inwerkingtreding der „Geldschieterswet” en der Algemeene Verordening op het beheer van bedrijven der gemeente ’s-Gravenhage moesten eenige wijzigingen en aanvul lingen in het Bankreglement (Verzameling n°. 108 van 1918) worden aangebracht. Daartoe werd door den Gemeenteraad be sloten onder dagfeekening van 10 April 1933 en 11 Sept, d.a.v. De saldi van eenige leeningen ex-art. 22 van het Bank reglement zijn als verlies moeten worden afgeschreven, daar ze wegens ontslag en overlijden van de geldnemers of faillissement der gestelde borgen niet meer verhaald konden worden. De vereischte controle, zoowel op kassen als op panden en winkelgoederen, werd voortdurend uitgeoefend. 5. LEENINGEN. Verstrekt werden: f 230.745,25 55,- f 1.629.969,75 1.490,— f 1.631.459,75 VERSLAG DER GEMEENTEBANK VAN LEENING. minder 99 a. Aantal leeningen. 108 070 14 108 084 Aantal leeningen. Bedrag. meer minder dan in 1982. Bedrag.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1933 | | pagina 681