33 4 III. DE TOESTAND VAN EN DE GEBEURTENISSEN OP DE ARBEIDSMARKT IN DE GEMEENTE. de ongunstige omstandigheden, waarin de huidige malaise het bedrijfsleven heeft gebracht. Toch zijn eenige teekenen, zij het nog vaag, te onderkennen, die doen vermoeden, dat in onder deden de verslechtering eenigermate is gestuit, en hier en daar zelfs eenen kleinen vooruitgang laten constateeren. Zoo wijst het totaal aantal aanbiedingen voor het eerst sinds 1927 een daling aan. Vergeleken met het voorafgaand jaar liepen ze terug met rond 3000 van 84149 tot 81240. In 1932 was het aantal werk- loozen aan het einde van het jaar bijna 50 hooger dan bij het begin; dit percentage bedraagt voor 1933 slechts 2,5 Vertoonde in 1932 het werkloozencijfer, met uitzondering van de maanden April en Mei, toen een kleine onbeduidende teruggang intrad, een steeds stijgende lijn, in 1933 zette de voorjaars- en zomerop- leving krachtiger door, zóó zelfs, dat het werkloozencijfer terug liep van 22212 in Januari tot 16270 in Juni, 16362 in Juli en 16329 in Augustus, hetgeen een vermindering beteekent van 26,3 De hoop, dat een en ander zou leiden tot een blijvende verbete ring van de arbeidsmarkt, is ijdel gebleken. Het aantal werk- loozen steeg voornamelijk in de maanden September, October en December met groote snelheid, waardoor aan het eind van de maand December 1933 zelfs een hooger aantal ingeschrevenen werd genoteerd dan in December 1932. Het bedroeg einde Decem ber 1932: 21180, einde December 1933: 21709. Een zich over de jaren 1932 en 1933 uitstrekkend onderzoek tot de afdeelingen Bouwbedrijf, Algemeene bedrijven en Metaal bewerking naar den omvang van het aantal nieuw-uitgestoote- nen uit het bedrijfsleven, hetgeen aan de hand van de gegevens van de arbeidsbemiddeling vrij nauwkeurig is vast te stellen, wees uit, dat in 1932 6287 personen en in 1933 4154 personen zich als voor het eerst werkloos zijnde bij die afdeelingen lieten in schrijven (Bouwbedrijf 1932: 1942, 1933: 939; Algemeene bedrij ven 1932: 3495, 1933: 2553; Metaalbewerking 1932: 850, 1933: 662). Voor de afdeeling Bouwbedrijf maakt dit ten opzichte van het totaal aantal aanbiedingen over 1932 uit 7,4 over 1933 3,7 voor de afdeeling Algemeene bedrijven over 1932 23,7 over 1933 17,5 voor de afdeeling Metaalbewerking over 1932 14,5 over 1933 11,9 Hieruit blijkt, dat de uitstooting van de vaste betere arbeidskrachten over 1933 in geringere mate heeft plaats gehad dan in 1932. Uit dit onderzoek is tevens gebleken, dat, op enkele uitzon deringen na, vooral voor de Bouwbedrijven en Algemeene be drijven, het loslaten van vaste, soms lang in dienst zijnde ar- VERSLAG VAN DE GEMEENTELIJKE ARBEIDSBEURS.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1933 | | pagina 702