2
zijn aanvaard, die hiermee in het verband van den Algemeenen
Dienst zijn gaan werken, strekkende de maatregel zoowel tot het
belang dezer medici als tot dat der betreffende instelling.
Wel daarentegen is de Dienst voor een belangrijk grooter
aantal verlossingen komen te staan, zooals uit de nader te ver
strekken gegevens kan blijken. Deze bevinding heeft er recht-
matigheidshalve toe geleid, dat het aantal op overeenkomst be
schikbare en ten onzent per geval betaalde vroedvrouwen bij den
aanvang des jaars met twee werd uitgebreid en bij den aanvang
van 1934 nog weer met drie is vermeerderd geworden, waardoor
het uit te keeren bedrag aan een grooter aantal verloskundigen
ten goede komt.
Eenige bezuiniging voor den Dienst, die evenwel meer op de
toekomst betrekking heeft, is in de omstandigheid gelegen, dat
tot een overname der chauffeurs G.G. en G.D. door den Reini
gingsdienst (Centrale Werkplaatsen) werd besloten. Hiermee
toch is uitgemaakt, dat een chauffeurs-aanstelling krachtens
het Ambtenarenreglement voortaan niet meer plaats vindt, kun
nende met een werkliedenpositie voor de desbetreffende groep
worden volstaan.
Blijven zoo te vermelden de maatregelen, die er toe strekken
het budget voor Maatsch. Hulpbetoon te verlichten en die in
een centralisatie van diverse kontróles bestaan.
Naar tijdsverloop gerekend dient in de eerste plaats de kon-
solidatie van het toezicht over de verstrekking van apparaten,
en inzonderheid van kunstgebitten, te worden gememoreerd,
welke laatste kontróle uitsluitend bij den direkteur was komen
te berusten. Deze maatregel heeft hier en daar tot eenige strub
beling aanleiding gegeven, maar moest desniettemin tot de
erkenning voeren, dat slechts daar, waar konkreet van medisch
noodzakelijk kon worden gesproken, voor gunstig advies aan
Maatsch. Hulpbetoon de voldoende vrijheid bestond.
Terwijl tot dezen maatregel, als aangeduid, reeds eerder was
besloten, werd bij den aanvang des jaars de kontróle over den
verpleegduur in de ziekenhuizen binnen engere grenzen ge
snoerd en werd in de eerste plaats nagegaan, welke patiënten,
reeds geruimen tijd in de desbetreffende inrichtingen geheel
of ten deele voor rekening van de Gemeente verpleegd, geacht
konden worden met een eenvoudiger verpleegvorm te kunnen
volstaan, waartoe de opening van een toenemend aantal ver
pleeghuizen de gelegenheid ging bieden. De gedachtengang was
daarbij deze, dat, sinds onze moderne ziekenhuizen de facto
speciaal-klinieken zijn, de verpleging ter plaatse zich slechts in
zooverre en voor zoolang laat verdedigen, als, zoowel wat de
37 VERSLAG VAN DEN GEM. GENEESKUNDIGEN EN GEZONDHEIDSDIENST.