16 Roodvonk. Diphtheric. Andere, niet bij de Wet ge noemde, be smettelijke ziekten. Andere bij de Wet genoemde Weil valt op te merken, dat in twee gevallen, die serologisch besmettelüke ziekten. van Lyssa dan ook, hoewel tegen de voedingsmethode niet te strijden valt, op deze punten gevestigd. Hoewel niet in verontrustende mate nam het aantal rood- vonkgevallen, gerekend van Augustus af, toe. De lichte gevallen vormden daarbij de overgroote meerderheid. Het aantal diphtheriegevallen was in vergelijking met vorig jaar bevredigend. Evenwel kwamen in bepaalde stadsgedeelten duidelijk meer gevallen voor dan elders, in verband waarmee daar aan alle scholen gelegenheid tot inenting werd gegeven. Dit gold in het afgeloopen jaar een vijf en twintig-tal scholen en komplexen daarvan. Na afloop der entingen, die, naar bekend is, drie maal onder gebruikmaking van anatoxine geschieden, was nagenoeg steeds de diphtherie op de in aanmerking komende scholen verdwenen en kwam dan zelfs bij niet ingeënte kinderen niet meer voor. In totaal zijn langs dezen weg vanwege den Dienst 2955 kin deren behandeld, waarvan 2420 volledig. Daarnaast zijn van wege de Vereeniging tot bevordering der koepokinenting 666 kinderen, ten deele tevens tegen roodvonk, ingeënt, waarvan 435 volledig, terwijl in 125 gevalleij een herhaalde inenting plaats vond. Met betrekking tot de tot dusver genoemde ziekten verdient alsnog vermelding, dat ter besparing van kosten door de afdee- ling Volksgezondheid kontröle op de opname van hieraan lijdende patiëntjes uitgeoefend is, waarbij bleek van de moge lijkheid van in bepaalde gevallen zonder bezwaar thuis te doen verplegen. Omtrent de waargenomen drie gevallen van de ziekte van konden worden vastgesteld, de besmetting buiten de Gemeente werd opgedaan. Voor wat het geval van Febris undulans betreft had de patiënt de gewoonte zg. modelmelk te drinken, zoodat het gebruik van ongekookte melk wel als de oorzaak der ziekte moet worden beschouwd. Als een bijzonderheid geldt, dat enkele gevallen of Hondsdolheid te vermelden zijn. Twee jongens werden nl. door hun eigen hond onder zoodanige omstandigheden ernstig gebeten, dat een behandeling te Utrecht volgens Pasteur noodig geoordeeld werd. Bij onderzoek bleek het dier doodgeschoten, in verband waarmee het wel aanbeveling zou verdienen, dat het corpus delicti in dergelijke gevallen ter nadere observatie opge vangen werd, waartoe aan de Politie de medewerking ver zocht is. 37 VERSLAG VAN DEN GEM. GENEESKUNDIGEN EN GEZONDHEIDSDIENST.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1933 | | pagina 861