43 3 VERSLAG VAN DE SUB-COMMISSIE A DER COMMISSIE VAN TOEZICHT OP HET MIDDELBAAR ONDERWIJS OVER HET CURSUSJAAR 1932—1933. De sub-commissie A der Commissie van Toezicht op het Middelbaar onderwijs kwam in het cursusjaar 19321933 negen keer bijeen. Ten aanzien van het Lyceum voor meisjes had de Commissie geadviseerd, dat de onderbouw voor de gymnasiale afdeeling éénjarig zoude zijn; een dergelijke indeeling ware meer in overeenstemming geweest met het karakter van het meisjes-onderwijs, dat een langzamer tempo beoogt, vergeleken met de opleiding aan de gemengde scholen. Dat aan de „eenige” school voor meisjes-onderwijs, na verloop van enkele jaren vol ledig een onderwijsmethode zal worden toegepast, afwijkend van de klassikale, wordt als een bezwaar gevoeld en zal wellicht ook eenigen invloed hebben op de toeneming van de schoolbevolking. Aan het groote voordeel van de opheffing van de vroegere leemte in onze organisatie van het onderwijs, nl. dat meisjes alleen aan een „gemengde” school gymnasiaal onderwijs konden ontvangen, wordt door het genoemde bezwaar naar het oordeel van de Commissie wel eenigszins afbreuk gedaan. De resultaten van de beide scholen waar Dalton-onderwijs wordt gegeven (het Lyceum voor meisjes en de Hoogere Burger school Aronskelkweg) staan, zooals blijkt uit de statistische ge gevens der laatste drie jaren, wat betreft den overgang en de eindexamens, tot nog toe iets achter bij die der overige Hoogere Burgerscholen. De lesindeeling van het Lyceum voor meisjes wijkt af van die op de andere scholen en wel zoodanig, dat de meeste lessen in de morgenuren gegeven worden. Deze maatregel is moeten getroffen worden om tegemoet te komen aan de be zwaren, welke door de ligging der school voor de buiten-leer- lingen bestaan. De 3e H. B. S., thans gevestigd in het semi-permanente ge bouw aan de Beeklaan, ligt meer in het centrum van haar school bevolking, zoodat het aantal leerlingen toeneemt. Ten aanzien van het onderwijs op de verschillende scholen heeft het de aandacht getrokken, dat vooral de leeraren in het Duitsch nadeel ondervinden bij het onderwijs in de eerste klassen ten gevolge van de, volgens het oordeel dezer leeraren, te ge ringe kennis van de Nederlandsche taal bij de leerlingen. VERSLAG VOORTGEZET ONDERWIJS.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1933 | | pagina 977