43 11 wikkeling van het verantwoordelijkheidsbesef der leerlingen, werkte het gunstig voor de goede orde en werden er gewensehte verhoudingen door bevorderd, temeer naarmate de leerkrachten het lieten gelden. Hoewel een groot aantal leerlingen der gymnasia, lycea en hoogere burgerscholen hun studie na het verlaten der school voortzetten aan de universiteit of elders, terwijl van de handels- scholen vaak een aantal goede leerlingen overgingen naar een hoogere burgerschool, werd toch door rectoren en directeuren herhaaldelijk medewerking verleend voor het verkrijgen van een betrekking door leerlingen, die de school verlieten. Zulks geschiedde door de aandacht op geschikte betrekkingen te ves tigen, het geven van advies betreffende de te kiezen loopbaan, het verschaffen van informatiën aan leiders van ondernemingen en kantoren enz. De medewerking van het Gemeentelijk Bureau voor Beroepskeuze werd daarbij een enkele maal ingeroepen. Evenals in vorige jaren vonden aan de meeste scholen een of meer goed bezochte ouderavonden en -middagen plaats, welke in den regel zeer wel slaagden. Waar zulke bijeenkomsten niet werden gehouden, werd toch de gelegenheid tot saamspreking tusschen ouders en leerkrach ten verruimd. Ook overigens werd in het algemeen de samen werking tusschen gezin en school versterkt. Op initiatief van oudervereenigingen werd een aantal samenkomsten belegd, welke ook voor oudere leerlingen toegankelijk waren en waarin over onderwerpen als: straffen, beroep en beroepskeuze, trekken en jeugdherbergen, nieuwe stroomingen in het onderwijs enz. door deskundigen waardevolle referaten werden geleverd. De wijze, waarop de leeraren en leeraressen hun taak ver- Leerkrachten, vullen, geeft weinig aanleiding tot opmerkingen. In het alge meen verrichten zij den schoolarbeid met ijver en toewijding. Bijzondere waardeering verdienen de leerkrachten, die zich ook buiten de schooluren met de leerlingen bezig hielden, dezen leiding gaven in hun persoonlijk en hun vereenigingsleven, met hen excursies ondernamen, musea bezochten en in het algemeen als vertrouwde raadschaffers in den gewichtigen overgangsleeftijd op menigen leerling een gunstigen invloed oefenden. Het verzuim onder de leerkrachten was over het geheel ge nomen gering. Bovendien was, waar noodig, in den regel oogen- blikkelijke vervanging mogelijk. Slechts hier en daar werden gedurende de wintermaanden eenige moeilijkheden ondervonden door een meer langdurige ongesteldheid van enkele leer krachten. VERSLAG VOORTGEZET ONDERWIJS.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1933 | | pagina 985