94
Plechtigheden,
volksfeesten.
plexen ontworpen sport- en speelterreinen over te gaan en op
15 Mei tot aankoop van gronden in Ockenburgh voor den aan
leg van een sportterrein.
De Stichting „Haagsche Sport- en Speelterreinen” beheerde
voor de Gemeente op 31 December 1933 11 sportterreinen (w.o.
3 tijdelijke), 9 speelterreinen en 8 speeltuinen. Aan 83 vereeni-
gingen, benevens aan 12 besturen van bijzondere inrichtingen
van onderwijs ten behoeve van het open-luchtspel, werden in het
verslagjaar een of meer velden verhuurd. Het verslag van de
Stichting is als bijlage 48 aan dit verslag toegevoegd.
’s-Gravenhaagsche Turnbond. De Bond gaf in 1933 2 uitvoe
ringen in den Dierentuin. Er werden bovendien zwemwedstrij
den gehouden in „de Regentes” en wedstrijden in de lichte athle-
tiek op Houtrust. Het ledental bedroeg op het eind van het jaar
2 364.
Het aantal leden der Vereeniging „Haagsche Ijsclub” be
droeg op 1 October 1933 3 486. De baan kon gedurende het ver
slagjaar 1932f33 gedurende 14 dagen worden opengesteld. De
exploitatiekosten bedroegen f 26.596,575 (w.o. f 16.545,94 aan sala
rissen en werkloonen); aan contributies en introducties werd
f 34.564,89 ontvangen.
Nieuwe ’s-Gravenhaagsche IJsvereeniging. De baan kon in
het seizoen 1932f33 gedurende 11 dagen en 8 avonden worden
opengesteld. Het aantal leden bedroeg 1 907.
Het aantal leden van den Zuid-Holland'schen IJsbond, afd.
’s-Gravenhage bedroeg 302. In het verslagjaar 1932f33 zijn de
banen op de vijvers in het Haagsche Bosch gedurende 14 dagen,
die op de Zuiderparkvijvers gedurende 1 week geopend geweest.
Voor de herdenking van den 400sten geboortedag van Prins
Willem van Oranje besloten de afd. ’s-Gravenhage van het Alge
meen Nederlandsch Verbond en het Haagsch Comité voor Volks
feesten in onderling overleg tot het oprichten van een bijzonder
Comité, het Haagsch Comité 1933, waarin 118 vereenigingen
waren vertegenwoordigd. De officieele herdenking, welke door
H. M. de Koningin fen H. K. H. Prinses Juliana werd bij ge
woond, had plaats op 22 April op het Plein voor het standbeeld
van den Prins. Nadat een koor, begeleid door de Koninklijke
Militaire Kapel eenige liederen had doen hoeren, onthulde de
Burgemeester als eere-voorzitter van het Uitvoerend Comité een
krans in ijzer gesmeed door den edelsmid Zwollo met de jaar
tallen „15331933” en de woorden „van de Haagsche burgerij”.
Hierna trokken de afgevaardigden van de bij het Comité aan
gesloten vereenigingen langs het standbeeld en werden aan den
voet daarvan bloemen en kransen neergelegd.
Van hetgeen verder in verband met de herdenking heeft
plaats gehad, zij het volgende vermeld.
I