1
s
44
10
Onderwijs.
j
eveneens een afdeeling gymnasium omvatte, uitsluitend in han
den van laatstgenoemde commissie.
Tot opheffing der uit het dubbel toezicht voort spruitende
practische bezwaren, alsmede om ten aanzien van dezen vorm
van onderwijs het karakter van eenheid tot uitdrukking te doen
komen, besloot de Gemeenteraad in zijn vergadering van 14 Mei
1934 tot instelling van een College van Curatoren der Gemeen
telijke lycea.
De noodzakelijke aanraking tusschen de lycea en de overige
gymnasia en hoogere burgerscholen bleef daarbij verzekerd door
de bepaling, dat een of meer leden van elk der beide bestaande
colleges van toezicht deel zullen uitmaken van het nieuwe
curatorium.
Hoewel ook in 1934 geen didactische of opvoedkundige vraag
stukken van grooten omvang naar voren traden, bleef de aan
dacht gevestigd op de noodzakelijkheid om de regeling van het
onderwijs te doen aanpassen aan de zich wijzigende inzichten
op onderwijskundig gebied. De in dit verband bereids ingevoerde
maatregelen werkten op bevredigende wijze door. Tot deze laat
ste behoorden onder meer: wekelijksche leerarenvergaderingen,
bijzondere lezingen en voordrachten voor gevorderde leerlingen,
tentamina voor eind-examinandi, instelling van repetities in
den vorm van „wedstrijden tusschen partijen” enz. Voorts wordt
overweging aanbevolen van het denkbeeld om, ter verhooging
van het peil der verstandelijke ontwikkeling en tot het daarbij
aankweeken van een gezonden wedijver tusschen de leerlingen
onderling, binnen een bepaalde school of in samenwerking van
een groep van scholen prijsvragen op studiegebied uit te schrij
ven, met daaraan verbonden onderscheidingen.
Bovendien zal naar veler meening beperking van voor
zoover aanwezig opgedreven belangstelling voor sport en
voor allerlei zaken, niet onmiddellijk met de school verband
houdende, ongetwijfeld een gunstigen invloed op de uitkomsten
van het onderwijs hebben.
Aan enkele scholen genoot het practisch werk voor de vak
ken natuurkunde en plant- en dierkunde ruimere aandacht.
Het onderwijs in de lichamelijke oefening bleef nagenoeg
geheel ingericht op den voet van het Rijksprogramma, waarbij
tevens de beoefening van openluchtspel en zwemmen in vol
doende mate tot haar recht kwam.
Aan verscheidene scholen ontvingen de leerlingen wederom
buiten den gewonen lesrooster niet-verplicht onderwijs in kunst
geschiedenis, godsdienstleer, Latijn, wis- en natuurkunde, lijn-
VERSLAG VOORTGEZET ONDERWIJS.