32
I 72,8
I 74,4
I 78,9
I 6’"
15,2
I 9,5
I 15,6
Behoudens bij de Openbare Hoogere Burgerscholen (gemid
deld in 1926/’27 t./m. 1930/’31), verliet bij het dagonderwijs meer
dan de helft van het totaal aantal vertrokkenen de school met
onvoldoende vorderingen, waarbij, slechts met uitzondering van
enkele jaren bij de Openbare Gymnasia, naar verhouding het
aantal meisjes, dat met onvoldoende vorderingen de school ver
liet, kleiner is dan dat der jongens.
Bij het avondonderwijs zijn de percentages der vertrokkenen
met onvoldoende vorderingen veelal belangrijk kleiner dan bij
het dagonderwijs, waarbij die voor de jongens evenals bij het
dagonderwijs hooger zijn dan die voor de meisjes. Bij de
Gemeentelijke Handelseursussen zijn de percentages het laagst.
VERSLAG VOORTGEZET ONDERWIJS.
Schooljaar.
Jongens.
Meisjes.
Openbare Gymnasia
Bijzondere Gymnasia
Openbare H. B. S.
Bijzondere H. B. S.
Openbare Handelsdagseholen
Gem. Handelseursuseen
Bjjz. Handeleeursussen
Aantal leerlingen, dat de school verliet
met onvoldoende vorderingen
in pCt. van het totaal aantal
vertrokkenen.
Gem. 1926/’27 t./m. 1930/’31
1931/1932
1932/1933
1933/1934
Gem. 1928/’29t./m. 1930/’31
1931/1932
1932 1933
1933/1934
Gem. 1926/’27 t./m. 1930/’31
1931/1932
1932/1933
1933/1934
Gem. 1926/’27 t./m. 1930/’31
1931/1932
1932/1933
1933/1934
Gem. 1926/’27 t./m. 1930/’31
1931/1932
1932/1933
1933/1934
Gem. 1926/’27t./m. 1930/’31
1931/1932
1932/1933
1933/1934
Gem. 1926/’27 t./m. 1930/’31
1931/1932
1932/1933
1933/1934
74,3
71,9
80,5
67,1
69,8
65,-
67,-
44,3 (42,5)
67,7
67,-
65,5
52,-
60,8
68,8
65,6
60,3
67,6
75,4
77,5
11,9
17,1
10,4
25,9
36,1
24,-
17,2
69,2
73,5
56,5
64,7
41,2
63,6
42,3 (20,9)
63,5
62,5
57,2
50,-
49,2
58,-
57,8
53,5
66,7
56,3
69,-
I 8.9
I 13,3
4,3
I 15,-
74,-
75,7
89,5
68,5
69,6
72.2
74,4
68,2
45,8 (49,1)
70,6
69,8
70,2
57,3
64,6
74,1
67,9
62,9
68,-
82,9
82,4
13,7
20,5
15,9
15,-
32,3
50,9
37,9
18,6
9 Tusschen haakjes de percentages voor No. VII gedurende het bestaan van de Handelsschoolafdeeling-
Te zamen.