47 3 zekere aandacht was te zeer geconcentreerd op de voorbereiding van de inrichting van het nieuwe Museum dan dat een speciale ten toonstelling gehouden kon worden of groote veranderingen in de opstelling der kunstwerken plaats vonden. Intusschen breidde zich de verzameling voortdurend uit. De tentoonstelling der aanwinsten echter moest wachten tot hunne plaatsing in het nieuwe gebouw. Onder deze aanwinsten zijn in de eerste plaats te noemen de schenkingen van Mevrouw W. en van den Heer Conrad Kickert. Mevrouw W. stond aan het Mu seum af hare uitgebreide collectie werken van Van Konijnen- eminente beteekenis is voor de geheele ontwikkeling voor West burg, waardoor het Museum thans in het bezit is gekomen van een zeer representatieve verzameling teekeningen, meestal uit de latere jaren van dezen Haagschen kunstenaar. Van geheel anderen aard was de schenking Conrad Kickert. Deze in Frankrijk levende Nederlandsche schilder heeft, gedeel telijk in overleg met den conservator voor de Moderne Kunst, een verzameling moderne Fransche schilderijen en teekeningen bijeengebracht, die ons in staat stelt in samenhang met hetgeen reeds in het Museumbezit was en enkele bruikleenen, de heden- daagsche Fransche kunst op een belangwekkende wijze te pre- senteeren. Het spreekt vanzelf dat hier geen kwestie kan zijn van volledigheid, maar met deze kunstwerken wordt het mogelijk, systematisch uitbreidend, op den duur een overzicht van de Fransche kunst der 20e eeuw te geven; een kunst, die van zoo eminente beteekenis is voor de geheele ontwikkeling voor West- Europa en dus ook voor ons land. In deze collectie zijn enkele kunstenaars met zeer belangrijke werken vertegenwoordigd. Hierbij sloot zich aan een verzameling werken, die dezelfde schenker reeds in de oorlogsjaren bijeengebracht had, waartoe de belangrijkste schilderijen behooren van den Franschen meester Le Fauconnier, die langen tijd in Nederland vertoefde en van beteekenis geweest is voor de ontwikkeling in ons land. Zijn „Chasseur” en „Abondance” behooren thans tot de represen tatieve werken uit het Museum. Ook bevonden zich daarbij de werken van Nederlandsche schilders uit het begin van de 20e eeuw, zooals Lod. Schelfhout, Lau, Weyand, Piet Mondriaan en Matthieu Wiegman. Van belang was ook de verwerving van eenige werken van Kickert zelf, van wien het Museum voordien slechts één schilderij bezat, dat dezen voortreffelijken schilder niet voldoende vertegenwoordigde. Van zeer groot belang was de schenking van den Heer en Mevrouw Eckhart—Bisschop. Deze stonden aan het Museum af twee schilderijen van Suze BisschopRobertson, „Het Witte Huis” en „Treurige tijden” en verbonden dit geschenk aan een VERSLAG DIENST VOOR KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1934 | | pagina 1065